De Beverwaard is in meerdere opzichten een unieke wijk. Het betreft een geïsoleerd gebied dat in ca 10 jaar is volgebouwd volgens een consistent stedenbouwkundig plan. De wijk, in de vorm van een puntzak, ligt in het uiterste zuidoosten van Rotterdam direct tegen gemeentegrens van Ridderkerk met de buurt Bolnes. De brede rijksweg vormt een barrière naar de rest van de deelgemeente IJsselmonde. De wijk verschuilt zich achter de hoge dijk langs de Nieuw Maas met de eerste scheepswerf van Verolme. Het oude dorp IJsselmonde met een nieuw wijkje ligt langs de rivier verderop, vlakbij de Brienenoordbrug.
Geschiedenis
Het dorp lag strategisch aan de rivier bij de splitsing met de Hollandse IJssel en werd gedomineerd door een groot kasteel waarvan alleen het koetshuis is bewaard. De polder IJsselmonde werd in 1437 bedijkt en was eeuwen lang een landbouwgebied. Langs de dijk staat nog een enkele boerderij die aan deze periode herinnert. De naam Beverwaard is afgeleid van het knaagdier dat in het wapen van IJsselmonde stond met de toevoeging waard=polder.
Tot 1941 was IJsselmonde een zelfstandige gemeente. Na de annexatie door Rotterdam werden na de oorlog de wijken Lombardijen en vervolgens Groot IJsselmonde ontwikkeld. De eerste Brienenoordbrug die een begin was van de Ruit om Rotterdam kwam gereed in 1964. Voor de Beverwaard aan de oostzijde van RW 16 was er een andere bestemming, de zogenoemde Puntzakhaven in aansluiting op de bedrijvigheid langs de rivier.
Beverwaard woonwijk
Begin jaren 70 ging Rotterdam naarstig op zoek naar bouwlocaties en kwam de Beverwaard in beeld. Er werden externe stedenbouwkundige bureaus ingeschakeld. Het gebied hoefde niet te worden opgehoogd. De sloten dwars op de dijk, het voormalige slagenlandschap, werden om en om gedempt of verbreed tot een singel. Dat leverde een heldere structuur, vijf buurten tussen brede groene waterlopen. Er kwam een tramverbinding naar de stad en voor de verkeersontsluiting werd gebruik gemaakt van de Oostdijk langs de rivier en een doortrekking van de Groeninx van Zoelen weg vanuit IJsselmonde. Binnen de wijk was het principe –verkeersluw- dus veel woonerven.
Als reactie op de voorafgaande wederopbouwwijken kreeg het totaal een laagbouwkarakter met merendeels eengezinshuizen en maximaal 4 lagen stapeling, tuintjes aan de achterzijde en voordeuren aan de straat waar ook geparkeerd kan worden. Kenmerkend voor de typologie is, zeker in de eerste deelplannen dat de gestapelde woningen via een buitentrap een directe verbinding hebben met het maaiveld. De dichtheid is hoog, 50 won/ha. Her en der vindt je kleine pleintjes met speel en parkeermogelijkheden, verder zijn 5 scholen, 4 buurtparken en een lange groenstrook in combinatie met de hoge geluidswal langs de rijksweg. De wal heeft een kern van puin uit de stadsvernieuwingswijken en fungeert aan de geluidluwe zijde als een prettig recreatiegebied waar zelf soms wordt gelanglauft. Vanaf de wal loopt er over de rijksweg een brug voor langzaam verkeer naar IJsselmonde.
In het midden van de wijk ligt het centrum met winkels en allerlei voorzieningen langs de dwars gelegen Oude Wetering die als grachtje is uitgevoerd. Dit verwijst naar het referentiebeeld van de ontwerpers, een Oudhollands stadje in de polder.
Hoe ging het verder?
Het grootste deel van de wijk is in de periode 1978-1988 gebouwd door twee woningbouwverenigingen en projectontwikkelaar Proper Stok voor de premiekoop. De architectuur kent geen hoogstandjes en komt in de gidsen vrijwel niet voor. De eerste woningwetbuurten werden vooral bewoond door stadvernieuwingsurgenten en instroom uit Suriname en de Antillen. Dat leverde al snel de naam Beverwaard- negerwaard. Ongeveer de helft van de bewoners is van allochtone afkomst en er wonen relatief veel zg. kwetsbare groepen. De kleinschalige menging van woningtypen leidde tot wederzijdse irritaties. Het doorgaande verkeer op de woonerven geeft verkeersoverlast en er was snel sprake van slijtage in de buitenruimte. Verder waren er grote problemen met het woonwagenkamp de Kievit ten zuiden van de wijk. Bij elkaar kreeg de wijk ondanks het groene en kleinschalige karakter, een slechte naam.
Dus werd Beverwaard actiegebied voor de sociale vernieuwing. Woningcorporaties, deelgemeente, maatschappelijk werk en positief ingestelde bewoners leveren veel inzet. Extra onderhoud aan woningen en buitenruimte, een verbinding voor doorgaand verkeer langs het winkelcentrum, zorgvuldig verhuurbeleid en divers sociale en culturele projecten. Als je nu in de wijk komt zie je een rustig tuindorp, een suburbaan woonmilieu dat geschikt is voor gezinnen met kinderen en bereikbaar voor de gewone man. Onderaan de dijk worden duurdere woningen gebouwd en in de zuidpunt staat een nieuwe tramremise met een P+R
voorziening.
Beverwaard is een positief voorbeeld van een zg. bloemkoolwijk, niet spectaculair voor ontwerpers maar zeer leefbaar voor bewoners. EP
wijkdata
149 ha, 4817 woningen , 12.051 inwoners
60% sociale woningbouw 50% eengezinswoningen
stedenbouwkundig ontwerp Mol&Reijenga en Drenth&Tetteroo
Groen W.C.J.Boer
__
Literatuur:
– IJsselmonde toen en nu Insula Mundi 1999
– Niek de Boer/Donald Lambert Woonwijken uitgeverij 010 1987
– Martijn Ubink/Thijs van der Steeg Bloemkoolwijken Sun 2011