Op woensdag 29 mei 1965 werd in de Prins Alexanderpolder de eerste paal geslagen van het eerste woongebouw van de wijk Ommoord. Aan de Ommoordseweg moesten boerderijen het veld ruimen voor grote, hoge wooncomplexen. [afbeelding] De nieuwe wijk voorzag in 10.000 woningen waar ongeveer 35.000 mensen zouden moeten gaan wonen. Ommoord ligt ten noorden van de snelweg Rotterdam-Gouda (A20). In het westen grenst het aan Terbregge, in het oosten aan Zevenkamp en de Rotte vormt de noordgrens.
Ommoord was onderdeel van het veel grotere uitbreidingsplan Rotterdam Oost-Capelle aan den IJssel (Roca) waarmee de Gemeente Rotterdam het enorme naoorlogse woningtekort trachtte te lenigen. Daarom moesten wijken als Ommoord snel en goedkoop worden gebouwd. Dankzij verregaande industrialisatie en standaardisatie van de woningbouw was dit ook mogelijk. Die efficiëntie werd in Ommoord misschien wel het verst doorgevoerd. Er was een strikte scheiding tussen hoog- en laagbouw. De hoogbouw was in het centrum van de wijk geprojecteerd. Daaromheen lagen laagbouwbuurten, onderling gescheiden door groene zones. Het aandeel hoogbouwwoningen was nergens anders in Rotterdam zo groot.
Het plan voor het hoogbouwgebied sloot in zijn opzet naadloos aan op de modernistische stedenbouwkundige idealen van de jaren zestig. In een parkachtig landschap werden woongebouwen in de vorm van schijven torens en winkelhaken in een vrije compositie geplaatst. Vanuit zijn flat had de ‘moderne mens’ uitzicht op dit landschap dat ontdaan van particulier gebruik uitsluitend het collectieve ten dienste stond. [afbeelding] Om die reden werd er vanaf de eerste verdieping gewoond en bleef de begane grond gereserveerd voor gemeenschappelijke entrees, bergingen en garages.
Er was een strikte scheiding van functies: wonen, werken, verkeer en recreatie. De hoogbouw concentreerde zich rondom drie metrostations. Daaromheen lagen de winkelcentra en de sociaal-culturele voorzieningen van de wijk. In tegenstelling tot Pendrecht, Zuidwijk en IJsselmonde, die volgens de wijkgedachte zijn opgezet, kende Ommoord niet één groot winkelcentrum maar drie kleinere wijkcentra. Omdat de afstand tot het grote winkelcentrum bij het NS-station Rotterdam Alexander relatief klein was, werd bewust voor deze excentrische opzet gekozen.
Gebouwen op een continue groen vlak, dat was wat Lotte Stam-Beese, de stedenbouwkundig ontwerper van Ommoord, zich voorstelde bij het hoogbouwgebied. Het duurde even, voordat het groen voldoende was opgekomen, maar uiteindelijk is Ommoord de groene wijk geworden die de ontwerper voor ogen stond. Wie nu door de hoogbouw loopt waant zich bij tijd en wijle in een uitgestrekt park waarin de gebouwen verscholen liggen achter volwassen groen. [afbeelding] Er is zelfs een ecologische wijktuin ingericht volgens de ideeën van de ‘wilde tuinman’ Louis le Roy. Van een continue groen vlak is evenwel geen sprake. Het metrotracé, dat volgens de plannen ondergronds zou gaan, is vanwege bezuinigingen in 1983 bovengronds aangelegd en vormt nu een stevige barrière. Vanaf de jaren tachtig is een proces van verdichting op gang gekomen, waardoor veel van de oorspronkelijke groenvlakken zijn bebouwd. En sinds kort worden stukken van de openbare ruimte door aanliggende woongebouwen geannexeerd, omheind en in eigen beheer genomen. In werkelijkheid is het maaiveld sterk versnipperd.
De eerste bewoners van Ommoord waren vooral jonge gezinnen uit Rotterdam. De huren waren destijds relatief hoog. Het prijsinstrument moest vooral bewoners selecteren die de wijk een goed aanzien zouden kunnen geven. Hierdoor bleef de bevolking lange tijd redelijk constant wat economische positie en sociale status betreft. Het was een overwegend witteboordengemeenschap van leraren, ambtenaren en kantoorpersoneel met hun gezinnen. [afbeelding] Deze ‘gunstige’ bewonerskenmerken verklaren wellicht het relatieve succes van Ommoord in vergelijking tot andere hoogbouwwijken uit die tijd.
Ondanks de goede verbindingen met het centrum was Ommoord een echte buitenwijk. Een plek om te wonen; voor werk en recreatie moest men de wijk uit. Deze functiescheiding was voor de meeste bewoners geen probleem. Zij hadden Ommoord uitgekozen vanwege de grote woningen, de goede parkeergelegenheid en de rustige woonomgeving. Het was geen doorgangswijk. Men bleef er wonen.
Door de homogene samenstelling van de bevolking zijn de bewoners collectief oud geworden. De bobbel in de demografische opbouw is inmiddels boven in de piramide gearriveerd. Waar Rotterdam gemiddeld gesproken verjongt, is in Ommoord sprake van vergrijzing. Daar tegenover staat de gestage instroom van jonge gezinnen, in hoge mate van allochtone afkomst. Ommoord is nog altijd een gewilde wijk, maar heeft niet meer de status van de eerste jaren. De verschillen in leeftijd, afkomst en status zijn gegroeid. De bevolking is langzaamaan heterogeen geworden. Het is een proces dat vaak gezien wordt als een vorm van sociaal verval, maar dat ook kan worden opgevat als de normalisatie van de naoorlogse wijk tot onderdeel van de grote stad, kortom als verstedelijking.
Niet langer is alles keurig aangeharkt en geregeld. Gedrag is onvoorspelbaar geworden. Uiteenlopende leefwijzen en ideeën over het wonen in een collectief woongebouw en het gebruik van de openbare ruimte leiden tot toenemende spanningen en conflicten tussen bewoners. Wanneer deze niet langs de weg van overleg en onderhandeling kunnen worden opgelost, zijn interventies in de fysieke context onafwendbaar, wil de leefbaarheid op peil blijven. Van de meeste hoogbouwflats is de anonieme aannemersarchitectuur inmiddels verrijkt met fantasievolle, nieuwe entrees die de gebouwen niet alleen een eigen identiteit beogen te geven, maar tevens hun toegankelijkheid reguleren. Een aantal gebouwen is ingrijpend gerenoveerd met nieuwe woonfuncties op de begane grond. [afbeelding] Meer renovaties staan op stapel. Daarmee reageren de eigenaren enerzijds op de verstedelijking van de wijk, anderzijds hopen zij de hoogbouw aantrekkelijk te maken voor de ‘empty nesters’ uit de omliggende laagbouwbuurten. Daar zouden zich dan weer jonge gezinnen kunnen vestigen, zodat Ommoord aan een nieuwe levenscyclus kan beginnen.