Oosterflank is gebouwd in de jaren tachtig en bestaat uit een combinatie van eengezinswoningen en voornamelijk lage appartementencomplexen, die in een hoge dichtheid zijn gebouwd. De wijk is ontsloten door de metro met de haltes Oosterflank en Alexander. Station Alexander is tevens een NS Intercity station. In de wijk Oosterflank bevindt zich het grootste winkelgebied van Rotterdam, winkelcentrum Alexandrium, met 213 verschillende winkels.
Na het gereedkomen van de uitbreidingsplannen het Lage Land en Ommoord, en ‘op Zuid’ de plannen voor Zuidwijk, Pendrecht, Lombardijen en IJsselmonde werd eind jaren zestig ruimte voor verdere uitbreidingen gezocht. Op Zuid resteerde alleen nog het gebied oostelijk van de A16 tot de grens met Ridderkerk; dit werd de wijk Beverwaard. Op de rechter Maasoever was er alleen in noordoostelijke richting nog plaats; hier werd oostelijk van Ommoord de wijk Zevenkamp ontwikkeld. En er bleef nog een klein gebied over ten oosten van Het Lage Land tot aan de grens van de wijk Schollevaar in Capelle aan den IJssel: de Oosterflank dus. De zuidelijke begrenzing wordt gevormd door de Capelse wijk Schenkel; de noordgrens is de A20, met daarlangs een groot kantorenpark en het winkelcentrum Alexandrium.
De eerste plannen voor Oosterflank uit de jaren zestig zijn nog door Lotte Stam-Beese getekend. Later werken Rotterdam en Capelle samen aan het zgn. RoCa-gebied. Pas in 1977 zijn de grensconflicten met Capelle opgelost en kan de uitbreiding gestalte krijgen. In deze periode is er bij zowel architecten, gemeentebestuurders als bewoners een steeds grotere behoefte aan een meer kleinschalige, gevarieerde woonomgeving met vooral veel eengezinswoningen. Toekomstige bewoners krijgen inspraak bij de planvorming. Oosterflank is een van de weinige voorbeelden van de zgn. nieuwe truttigheid in de Rotterdamse stedenbouw. In Oosterflank is dit vertaald in gebogen en geknikte straten, woonerven en vooral veel laagbouw in een vrij hoge dichtheid. Deze dichtheid leidt soms tot een nieuw soort parkeeroplossingen onder de huizen, wat voordien nooit nodig was geweest. Het stedenbouwkundig ontwerp is aan particuliere bureaus uitbesteed; het stedenbouwkundig basisplan is van Environmental Design en deelplannen zijn uitgewerkt door Van Wijk en Gelderblom en Groep 5. In die tijd populaire bureaus als Hammel, Klunder, Weeda, Leo de Jonge, Van Ardenne en Treffers en Polgar ontwierpen de woningen. Langs de hoofdontsluitingsweg, de Evenaar, is de nieuwe benadering het best te ervaren. Een zijweg daarvan, de Hammerfeststraat, vormt de enige verbinding met de Capelse wijk Schenkel. Een belangrijk historisch groenelement in de wijk is de zgn. Semiramistuin, waarin de tuin van een groot huis, een voormalige tuinderswoning aan de Hoofdweg, is opgenomen.
Het noordwestelijk deel met het winkelcentrum Oosterhof, nu vooral bekend als Alexandrium, is tamelijk grootschalig. De uitbreidingen van het winkelcentrum en de kantoorwijk sluiten aan bij de snelwegcultuur. Het lange gebogen bouwblok langs de Kobelaan vormt de westelijke begrenzing van de wijk (zie project 4.048) en sluit aan bij de bebouwing van Het Lage Land. Het is alweer een reactie op de kleinschaligheid van de rest van Oosterflank, ingezet door de nieuwe hoofdstedenbouwkundige Joost Schrijnen.
Zoals gezegd bestaat een groot deel van Oosterflank uit eengezinswoningen, aanvankelijk grotendeels in de goedkopere huursector. Waar in de jaren zestig de eengezinswoningen meest van het type doorzonwoningen waren, met een breedte van ongeveer 6 meter (zie als voorbeeld project 3.042), werd begin jaren zeventig gezocht naar types die smaller waren om een hogere dichtheid mogelijk te maken (zie project …). Naast eengezinswoningen omvat Oosterflank ook een vorm van verdiepingsbouw die er zoveel mogelijk uitziet als eengezinswoningen, maar dan twee boven elkaar; men spreekt hier van gestapelde laagbouw.
Oosterflank is ondanks de goede bedoelingen van de stedenbouwkundigen en architecten een vrij anonieme wijk geworden. Het is een van de minst bekende wijken van Rotterdam, zonder opmerkelijke gebouwen, straten of inwoners. Als ook Oosterflank aan renovatie toe is, pleit architectuurhistoricus Wijnand Galema in een studie voor AIR voor het behoud van de typische kwaliteiten van de oorspronkelijke intenties uit de jaren tachtig.
___
literatuur:
U. Barbieri (red.) – Stedebouw in Rotterdam. Plannen en opstellen 1940-1981, Van Gennep Amsterdam 1981
Wijnand Galema – Oosterflank Zuidwest. Hechtpoging in fragmentarische newtown, AIR Rotterdam,2010 (http://rotterdam70.nl/media/files/galema_oosterflankzuidwest.pdf)