Bouwgeschiedenis: In 1924 ontwierp Oud, als architect van de Gemeentelijke Woningdienst Rotterdam, een rij arbeiderswoningen in Hoek van Holland, dat in 1921 door Rotterdam was geannexeerd. De bouw werd uitgevoerd in 1926 en 1927. Het complex is geïnspireerd op de ideeën van de kunstenaarsgroep De Stijl, waarvan Oud een van de oprichters was. In 1982 werd het complex gerestaureerd in samenwerking met de weduwe van Oud. Daarbij raakte de functionele kwaliteit van de woningen op de achtergrond, waardoor het restauratiewerk in 2000 opnieuw werd aangepakt als werkgelegenheidsproject. De woningen zijn tegenwoordig aangewezen als Rijksmonument.
Stedenbouwkundige context: Het project bestaat uit twee rijen functionalistische woningen, uitgevoerd in wit stucwerk met halfronde uiteinden waarin winkels zijn gevestigd. Enkele jaren na dit ontwerp werd bij het Kiefhoek-complex in Rotterdam-Zuid ook gekozen voor een ronde hoekoplossing. In het midden van het blok bevindt zich een doorgang met poort naar het achterterrein. De balkonplaat met uitkraging loopt boven de rondlopende winkelpuien door en volgt de hoek over de hele lengte van de voorgevel. De straatzijde van dit blok wordt beschouwd als een van de beste ontwerpen van Oud. Tuinmuurtjes accentueren de entreepartijen, terwijl de ronde straatlampen aan de uiteinden opvallende blikvangers zijn. De achtergevel heeft een heel ander karakter, voornamelijk opgetrokken uit metselwerk op de begane grond. De daklijsten achter zijn ook geheel anders dan aan de voorgevel, waar ze ontbreken. In een latere fase zijn in de achtertuinen schuurtjes geplaatst die niet in het oorspronkelijke ontwerp zaten.
Ontsluiting: Het betreft een rij onder- en bovenwoningen met de voordeur in de tuintjes aan de straatkant.
Voorzieningen: In de ronde delen bevinden zich winkels op de begane grond.
Aantal kamers: De benedenwoningen zijn op een ingenieuze manier beurtelings twee- en vierkamerwoningen. De bovenwoningen zijn allen gelijk en hebben twee slaapkamers. Na de restauratie is de differentiatie gewijzigd.
Woonoppervlakte: De grote benedenwoningen zijn circa 77 m2, de kleine benedenwoningen circa 58 m2. De bovenwoningen hebben allen een woonoppervak van circa 47 m2.
Constructie: De bouwmuren zijn vermoedelijk van beton en de gevels zijn metselwerk, grotendeels met stucwerk. RB
___
Referenties:
Bouwkundig Weekblad 1927 p. 386; i10 1927 p. 45, 281, 284; De Stijl 1927-79/84; L’Architecture Vivante 1928-II; H. Oud – J.J.P. Oud, 1984; E. Taverne e.a. – J.J.P. Oud Compleet Werk, 2001
M. Steenhuis, D’Laine Camp, M. Kamphuis – Arbeiderswoningen in Hoek van Holland, J.J.P. Oud. Ontwerp, bouw, beheer en renovaties 1923-1999, Rotterdam 1999
rijksmonument 46867