Bouwgeschiedenis: De Rotterdam verrees op de Wilhelminapier, waar vandaan tussen 1873 en 1973 tienduizenden Europeanen met de Holland Amerika-Lijn (HAL) naar Amerika zijn geëmigreerd. De naam van het project verwijst dan ook naar het vlaggenschip van de HAL: de Rotterdam. Het gebouw maakt deel uit van de transformatie van de pier tot woon/werkgebied. Het kan worden gezien als een verticale stad met een mix van verschillende functies in een gebouw: woningen, kantoren, conferentiezalen, een hotel, winkels, horeca, leisure-voorzieningen en een parkeergarage. Daardoor ontstaat 24 uur per dag bedrijvigheid. Na jarenlange planvorming is eind 2009 de bouw van een van de grootste gebouwen van Nederland begonnen.
Stedenbouwkundige context: Het masterplan van de Wilhelminapier verdeelt de pier in drie zones met verschillende functies en bouwhoogtes: het zuidelijke gedeelte of de Rijnhavenzone met hoogbouw met woonfuncties, de middenzone, waar de hoogte van de bestaande bebouwing wordt gehandhaafd en het noordelijk gedeelte of de Maaszone met hoofdzakelijk kantoorfuncties in hoogbouw. De Rotterdam ligt in de Maaszone en bestaat uit drie torens van bijna 150 meter hoogte met 38 verdiepingen op een massieve plint van zes lagen. De torens verspringen halverwege ten opzichte van elkaar. Deze scherpe horizontale snede verdeelt de torens in een lowrise- en een highrise-gedeelte en schept ruimte voor terrassen, overstekken en koppelingen (voor windstabiliteit).
Ontsluiting: De verschillende functies zijn vanuit de Wilhelminakade via een centrale hal en/of separate toegangen aan de zuidoostkant van De Rotterdam bereikbaar. De trappen en liftvoorzieningen liggen telkens in de kernen van de torens.
Voorzieningen (algemeen): In de zes lagen tellende plint zijn openbare functies opgenomen. Op de begane grond zijn de toegangen voor de verschillende functies via een grote centrale lobby bereikbaar en bevinden zich horeca-gelegenheden. Op twee kelderverdiepingen en op drie lagen boven de begane grond zijn parkeerfaciliteiten. De bovenste twee verdiepingen van de plint bieden ruimte voor publieke en leisure-functies, zoals conferentiezalen en fitnessruimtes. In de drie torens bevinden zich kantoren, woningen en een hotel.
De Rotterdam is vooruitstrevend op het gebied van duurzaamheid. Zo wordt bijvoorbeeld Maaswater gebruikt voor de koeling van het gebouw, een bio-warmtekrachtkoppeling zorgt voor duurzame elektriciteit, het liftsysteem is energiezuinig door hergebruik van energie die bij het remmen vrijkomt, warmte wordt door het ventilatiesysteem teruggewonnen en er wordt gebruik gemaakt van hoogrendementsverlichting en daglichtschakeling.
Voorzieningen (woningen): Alle woningen hebben ramen die van de vloer tot aan het plafond doorlopen om van het prachtig uitzicht te kunnen genieten. De naar het zuidwesten georiënteerde appartementen beschikken over een balkon over de gehele breedte van de woning. De appartementen in het noordwesten hebben een loggia als buitenruimte en de zuidoostelijk georiënteerde woningen beschikken over een Frans balkon. De woningen zijn voorzien van vloerverwarming en -koeling. Op de vijfentwintigste verdieping bevinden zich twee multifunctionele ruimtes die door de bewoners kunnen worden ingericht en bijvoorbeeld als gastenverblijf kunnen worden gebruikt. Verder staat voor alle bewoners een fulltime service-manager ter beschikking.
Aantal kamers en woonoppervlakte: De appartementen hebben twee tot vier kamers. De drie penthouses op de vierenveertigste verdieping kunnen naar eigen smaak ingedeeld worden. De oppervlakte varieert tussen 59 m2 en 154 m2 (appartementen) en tussen 177 m2 en 270 m2 (penthouses).
Constructie/materiaalgebruik: De draagconstructie bestaat uit plaatvloeren en kolommen, een combinatie van hogesterkte beton en stalen profielen. Door het toepassen van overdrachtsconstructies en vijzeltechnieken wordt het verspringen van de torens mogelijk gemaakt. De diverse functies zijn door het toepassen van verschillende gevels afleesbaar. De gevels zijn afgestemd op de uiteenlopende programmaeisen (bijv. de aanwezigheid van buitenruimte en de mate van daglichttoetreding). JG