Bouwgeschiedenis: De Dillenburgblokken begonnen in de jaren 70 achteruit te gaan. Na een eerder plan voor vervangende nieuwbouw besloot wethouder Meijer in 1996 tot renovatie van dit bouwblok. Omdat verwerving van de bedrijfsruimten op de begane grond veel tijd kostte raakten de inmiddels leegstaande woningen verder in verval. Toen rond 2004 gestart kon worden bleek een normale renovatie door zwamvorming niet meer mogelijk. Vanwege de historische waarde van het rivierfront besloot Woonstad Rotterdam de panden toch te behouden en begon een bijzondere vorm van ‘renovatie’. De voorgevels werden gehandhaafd; de daarachter gelegen casco’s werden gesloopt en met nieuwe materialen opnieuw opgebouwd met de oude stramienmaten. Het deel Feijenoordkade 7 t/m 11 wordt hier als voorbeeld gedocumenteerd. De twintig woningen van 45 à 50 m2 en twee bedrijfsruimten werden horizontaal of verticaal heringedeeld tot negen woningen met een oppervlakte van 79 tot 177 m2: royale woningen over twee beuken met drie tot vijf kamers. De woonkamers liggen aan de voorgevel met uitzicht over de rivier; beneden en boven maisonnettes, daartussen op de tweede verdieping appartementen. Op de begane grond hebben enkele bewoners een atelier of kantoorruimte.
Stedenbouwkundige context: De opzet is onveranderd; dankzij de aanwezigheid van een brede kade was binnen de blokken geen parkeerruimte nodig.
Ontsluiting: Meestal met een eigen voordeur aan de straat, soms via een portiek naar 1 of 2 woningen per verdieping.
Voorzieningen: Het binnenterrein is ingericht met privétuinen en bergingen, met ertussen een afgesloten speelterreintje.
Woonoppervlakte: Van 45 tot 147 m2.
Constructie : Het casco is opnieuw gebouwd in gietbouwbeton, op een nieuwe fundering, die ook de oude voorgevel draagt, de enige feitelijke renovatie. AvW