Rotterdam Woont

Systematische
documentatie van
150 jaar Rotterdamse woningbouwprojecten

Belangrijk

Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de bezoeker een optimale gebruikerservaring te kunnen bieden. Lees er meer over in onze Privacyverklaring.

Hoe het werkt

Welkom

Hier is ruimte voor een welkomstbericht voor de (terugkerende) bezoeker van Rotterdam Woont en een korte introductie tot zowel het onderzoek, als de resultaten op deze website. Alsmede kort aandacht voor hoe de website ongeveer werkt.

  • A

    Atlas

    Hier vind je alle objecten uit de woontlas terug.
  • B

    Bibliotheek

    Op zoek naar essays en verhalen over onderwerpen uit de architectuur?
  • G

    Gids

    Thematische verzamelingen van objecten uit de atlas en essays uit de bibliotheek.
  • S

    Stichting

    Informatie over ons onderzoek en de doelstelling van de stichting.

Dr. De Visserstraat

Bouwgeschiedenis: Op het terrein tussen Abraham Kuyperlaan, Dr. de Visserstraat, Talmastraat en Borgesiusstraat bouwde de Maatschappij voor Volkswoningen met architect Granpré Molière 313 portiekwoningen, waarvan 282 arbeiderswoningen in drie types voor kleine, middelgrote en grote gezinnen. Als de familiesituatie veranderde konden mensen naar andere woningtypes doorschuiven zonder de wijk te verlaten. In plaats van het traditionele alkooftype streefde men naar betere woningplattegronden met alle vertrekken aan de buitenlucht. De benedenwoningen hebben deels privétuinen. De bovenwoningen hebben een ruim werkbalkon met kolenhok. De grootste woningen hebben op de bovenste verdieping een eigen trap naar zolder met  twee slaapkamers. Alle woningen hebben een doucheruimte; bijzonder voor arbeiderswoningen in die tijd.

Stedenbouwkundige context:
Het terrein wordt door twee straten in drie bouwblokken verdeeld. Twee blokken hebben een gemeenschappelijke tuin, waarvan één met speelplaats. Op straathoeken waren winkels gepland. Hoewel Granpré Molière traditionalist was, heeft deze buurt een moderne en frisse uitstraling gekregen. Karakteristiek zijn de verticale raampartijen in de trappenhuizen.

Voorzieningen:
Op de zolder of in het souterrain zijn de bergruimtes ondergebracht. Naast de arbeiderswoningen bevat het complex een ketelhuis, een onderhoudswerkplek, een fietsenstalling voor 300 rijwielen en een bejaardentehuis.

Aantal kamers: Eenlaagse twee-, drie- en vierkamerwoningen.18 vijfkamerwoningen met extra verdieping.
Woonoppervlakte: Circa 40 m2 tot 70 m2
Constructie / materiaalgebruik: Bakstenen draagmuren en gevels en een zadeldak. Eenvoudige details gemaakt uit dezelfde baksteen. Houten vloeren. Trappenhuis en balkons van beton. De stalen kozijnen met roedeverdeling zijn groen van kleur. SH

___
Referenties:
Bouwkundig Weekblad 1937 p.33-40
J. Bouman – W. Van Tijen en M. J. Granpré Molière in de Bergpolder, 1995
Rotterdamsch Nieuwsblad, 12 juni 1934, Blz. 13

  • Type: Meergezins: portiekwoning
  • Jaar: 1935
  • Aantal: 282
  • Adres: Dr. de Visserstraat, Abraham Kuyperlaan, Borgesiusstraat
  • Oppervlakte: 40m2 - 70m2
  • Architect: Granpré Molière, Verhagen, Kok
  • Cliënt: Maatschappij voor Volkswoningen Rotterdam
  • Aannemer: Capiteijns, L.
  • Wijk: Bergpolder
  • Project ID: 2.1935.1
  • Periode: Periode 2
  • Bergpolder

    De wijk werd tussen 1930 en 1935 aangelegd naar een ontwerp van architecten Dürrer en Vermeer met veel portieketagewoningen. De bedrijfsgebouwen aan de Gordelweg zijn onlangs deels vervangen door woningen.
  • Periode 2

    Onder druk van de arbeidersbeweging en het opkomend socialisme wordt in 1901 de Woningwet aangenomen. Hierdoor worden een w.c., drinkwater, riolering, een rookkanaal voor de kachel en ventilatie verplicht. Het duurt nog jaren voor deze wet effect heeft; in Rotterdam worden tot ver in de jaren dertig nog woningen met alkoven (inpandige kamers) gedoogd. De overheid stelt niet alleen regels voor de woningbouw, maar neemt ook zelf initiatieven. In 1916 wordt de Gemeentelijke Woningdienst opgericht met o.a. J.J.P. Oud als architect. De architecten en stedenbouwkundigen van het Nieuwe Bouwen richten hun aandacht vooral op de functionele plattegronden en goedkope woningbouw. Ze experimenteren met moderne materialen als beton, staal en glas en nieuwe concepten als hoogbouw en strokenbouw. Verlichte ondernemers laten tuindorpen bouwen zoals Heijplaat en Vreewijk. Stadsbouwmeester Witteveen heeft een voorkeur voor monumentale stedenbouw met gesloten bouwblokken.