Bouwgeschiedenis: Toen na de Tweede Wereldoorlog de woningbouw weer langzaam op gang kwam, gebeurde dit vooral door de overheid. Er waren in de oorlog plannen voorbereid voor Kleinpolder in Overschie en voor twee wijken ‘op Zuid’. Direct na de oorlog kreeg de architect Willem van Tijen de officiële opdracht voor het ontwerpen van Zuidwijk, waaraan hij al sinds 1943 met de gemeente had gewerkt. Als architect heeft hij onder meer het noordoostelijk deel ervan, ‘De Horsten’, gebouwd. Het gebied omvat een menging van appartementen in vier lagen, eengezinswoningen in twee lagen en eenlaagse bejaardenwoningen. Vanwege de woningnood en de hoge bouwkosten werden de eengezinswoningen gebouwd als duplexwoningen en in het begin als twee woningen gebruikt. Door de problemen met het uitplaatsen van bewoners, de matige kwaliteit en de hoge kosten zijn er maar acht duplexwoningen ‘ontsplitst’ en is besloten ze te slopen en te vervangen, op één kort blokje na. De vier duplexwoningen daarin zijn tot één eengezinswoning samengevoegd en van binnen geïsoleerd om het karakteristieke beeld te handhaven.
Stedenbouwkundige context: De vierlaagse blokken begrenzen de buurt aan de noord- en de westzijde en vormen aan de zuidzijde het gebied de Hoge Horsten. In de zuidwesthoek kwamen drie blokken winkels met woningen erboven. In het midden, de Lage Horsten, werden de laagbouwwoningen gesitueerd, met nog twee kleine winkelblokjes.
Ontsluiting: De woning had twee voordeuren naast elkaar waarvan de ene uitkwam op de gang van de beganegrondwoning en de andere onderaan de trap naar boven. Langs de trap was een woningscheidende wand (van slechts 7 cm dik!) aangebracht. Later kon die verwijderd worden en werd de tweede voordeur door een paneel vervangen.
Aantal kamers/voorzieningen: In duplexvorm twee kamers per woning; één van de kamers boven was als keuken ingericht. De bovenwoning had een toilet met een douche; de benedenwoning een toilet en een kast met een wastafel; deze zijn eind jaren zeventig vervangen door een toilet met douche. Na samenvoeging ontstonden boven weer drie kamers waardoor het geheel een vijfkamerwoning werd.
Woonoppervlakte: Per etage ongeveer 40 m2, samengevoegd 80 m2.
Constructie: Kort na de oorlog was er een groot gebrek aan bouwmaterialen, waardoor allerlei ingenieuze systemen op de markt kwamen. Een ervan was het RBM-systeem, opgebouwd uit metalen frames met betonplaatjes aan de buitenkant, vezelplaten binnen en een vulling van gewapend beton. De dragende tussenmuur en de vloeren werden ter plaatse gestort; de separaties waren van drijfsteen. Het dak was van prefab betonnen cassetteplaten met vlasvezelplaten en dakbedekking. FH