Bouwgeschiedenis: Er is heel weinig bekend over dit unieke blokje woningen, waarvoor in 1888 de aanvraag voor bouwvergunning is geregistreerd. Helaas was de bouwkundige staat niet al te best, waardoor het in de jaren zeventig is gesloopt in het kader van de stadsvernieuwing.
Stedenbouwkundige context: De bouwkavel is gelegen aan de Diergaardesingel op de hoek van de Batavierenstraat. Waarschijnlijk is de ligging, met uitzicht over de oude Diergaarde, de reden om de woonkamers aan de straatzijde – en daarmee de noordkant – te situeren.
Ontsluiting: Het blok was de eerste galerijflat van Nederland. Stadsarchitect W.N.Rose had er al eens een ontworpen in 1855, maar die is nooit tot uitvoering gekomen. Het in het midden gelegen trappenhuis ontsluit op de verdiepingen aan weerskanten met een korte galerij die elk toegang geeft tot twee woningen. De trap loopt door tot op de zolder waar voor elke woning een berging was gemaakt. De woningen op de begane grond en het café op de hoek hadden hun eigen voordeur aan de straat.
Aantal kamers: Het aantal kamers van deze voor de kleine middenstand bestemde woningen bedroeg twee, met een aparte keuken en per woning drie bedsteden.
Woonoppervlakte: Het woonoppervlak varieert per woning maar bedraagt gemiddeld ca. 60 m2.
Constructie: De constructie van de huizen is traditioneel: dragende gemetselde bouwmuren met houten vloeren en gevels die alleen zichzelf dragen, met uitzondering van de gevel in de Batavierenstraat die ook een bouwmuurfunctie heeft. FH
___
Referenties:
Niels L. Prak – Het Nederlandse woonhuis van 1800 tot 1940, Delftse Universitaire Pers, 1991 p. 141