Rotterdam Woont

Systematische
documentatie van
150 jaar Rotterdamse woningbouwprojecten

Belangrijk

Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de bezoeker een optimale gebruikerservaring te kunnen bieden. Lees er meer over in onze Privacyverklaring.

Hoe het werkt

Welkom

Hier is ruimte voor een welkomstbericht voor de (terugkerende) bezoeker van Rotterdam Woont en een korte introductie tot zowel het onderzoek, als de resultaten op deze website. Alsmede kort aandacht voor hoe de website ongeveer werkt.

  • A

    Atlas

    Hier vind je alle objecten uit de woontlas terug.
  • B

    Bibliotheek

    Op zoek naar essays en verhalen over onderwerpen uit de architectuur?
  • G

    Gids

    Thematische verzamelingen van objecten uit de atlas en essays uit de bibliotheek.
  • S

    Stichting

    Informatie over ons onderzoek en de doelstelling van de stichting.
GEB-gebouw

GEB-gebouw

Bouwgeschiedenis: Dit vrijstaande kantoorgebouw voor het Gemeentelijk Elektriciteits Bedrijf (GEB) is in 1927 ontworpen door J. Poot, architect bij Gemeentewerken, onder supervisie van Witteveen en Van der Steur. Het was met vijftien verdiepingen lange tijd het hoogste gebouw van Nederland. Het is gefundeerd op speciaal ontworpen betonpalen, die van groot belang zijn geweest bij de verdere ontwikkeling van hoogbouw in Nederland. De toren zou zelfs met enkele verdiepingen verhoogd kunnen worden en heeft daarom geen ornamenten. Om de toren liggen  paviljoens van drie, vier of vijf bouwlagen met een dakterras voor de voormalige werknemers. Het gebouw is in 1995 verbouwd tot studentenhuisvesting.

Stedenbouwkundige context: Het gebouw is gesitueerd in de bocht van de Coolhaven en accentueert het punt waar Rochussenstraat, Claes de Vrieselaan en G.J. de Jonghweg samenkomen. Het vormt een monumentaal sluitstuk van het ‘Uitbreidingsplan Dijkzigt’ van Witteveen van 1926.

Ontsluiting: Alle woningen maken gebruik van de oorspronkelijke hoofd-, zij- en achteringang. De toren heeft twee inpandige liften. Oorspronkelijk stond het hoofdtrappenhuis met drie liften tegen de westgevel. Dit is de enige wijziging in het exterieur.

Voorzieningen: Voor de studenten zijn enkele collectieve voorzieningen. In de kern van de toren bevindt zich nog de zorgvuldig vormgegeven ijzeren wenteltrap met tegellambrizeringen.

Aantal kamers: De eenheden bestaan standaard uit drie studentenkamers en een gemeenschappelijke keuken.

Woonoppervlakte:  De studentenkamers (excl. keuken) meten 19 tot 49 m2. De totale bruto vloer oppervlakte voor 231 kamers is ca. 11.500 m2, dus gemiddeld 50 m2.

Constructie: De betonnen constructie van het bestaande gebouw heeft een stramien van 5,8 meter, grotendeels bekleed met gele, ruwe Friese baksteen. De borstweringen tussen de verdiepingen bestaan uit iets terugliggende, in lichte kleuren geschilderde betonelementen. De kolommen van het skelet zijn niet in een raster maar paarsgewijs in de lengteas van het gebouw geplaatst, waardoor aan weerszijden grote ruimtes ontstaan en in het midden een centrale gang ontstaat. De opbouw op het dak dateert uit de Tweede Wereldoorlog en fungeerde als uitkijkpost voor de Duitse bezetter. LvZ

____
referenties:
van Rassel architecten, Maasland
Rijksmonumentnummer 513884

  • Type: Meergezins: torenwoning
  • Jaar: 1995
  • Aantal: 231
  • Adres: Rochussenstraat 230-734
  • Oppervlakte: 19m2 - 49m2
  • Architect: Poot, J. en Steur, J. van der (1995: Van Rassel architecten)
  • Cliënt: Stichting Stadswonen
  • Aannemer: Moeskops Bouwbedrijf bv
  • Wijk: Dijkzigt
  • Project ID: 5.1995.5
  • Periode: Periode 5
  • Dijkzigt

  • Periode 5

    De overheid trekt zich terug uit de woningbouw en laat die over aan marktpartijen. Na jarenlange focus op stadsvernieuwing en sociale woningbouw verschuift de aandacht naar luxe appartementen en gezinswoningen voor hogere inkomens. In het centrum en op de Kop van Zuid worden vooral luxe woontorens gebouwd; in buitenwijken grondgebonden woningen voor jonge gezinnen. In de architectuur wordt meer rekening gehouden met de wensen van de consument. Dit vertaalt zich helaas vaak in traditionele baksteenarchitectuur en weinig vernieuwende lifestyle-concepten. Het Wilde Wonen en welstandsvrij bouwen komen moeilijk van de grond. Voormalige haven- en industriegebieden nabij het centrum komen vrij voor woningbouw en bestaande gebouwen worden herbestemd tot woningen. De naoorlogse woonwijken zijn aan grootscheepse vernieuwing toe. Voor nieuwe doelgroepen als senioren, jongeren en allochtonen wordt passende woningbouw ontwikkeld. Duurzaamheid en veiligheid zijn nieuwe thema's.
01 / 02