Rotterdam Woont

Systematische
documentatie van
150 jaar Rotterdamse woningbouwprojecten

Belangrijk

Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de bezoeker een optimale gebruikerservaring te kunnen bieden. Lees er meer over in onze Privacyverklaring.

Hoe het werkt

Welkom

Hier is ruimte voor een welkomstbericht voor de (terugkerende) bezoeker van Rotterdam Woont en een korte introductie tot zowel het onderzoek, als de resultaten op deze website. Alsmede kort aandacht voor hoe de website ongeveer werkt.

  • A

    Atlas

    Hier vind je alle objecten uit de woontlas terug.
  • B

    Bibliotheek

    Op zoek naar essays en verhalen over onderwerpen uit de architectuur?
  • G

    Gids

    Thematische verzamelingen van objecten uit de atlas en essays uit de bibliotheek.
  • S

    Stichting

    Informatie over ons onderzoek en de doelstelling van de stichting.
Gereformeerd Burgerweeshuis

Gereformeerd Burgerweeshuis

Bouwgeschiedenis: Voor het weeshuis, dat tijdens het bombardement werd verwoest, werd na de oorlog buiten de bebouwde kom een locatie gevonden. Door de open structuur van dit project wijkt het sterk af van het traditionele gesloten weeshuis. Sinds de negentiende eeuw werden wezen eerder onderscheiden door de sociale klasse dan door hun religie. De religieuze weeshuizen waren voor de meer gegoede wezen en de ‘stedelijke’ voor de armere. Rotterdam heeft de traditionele naamgeving lang in stand gehouden. Ook het weeshuis als instituut bestond in de twintigste eeuw niet meer. Van de 110 kinderen (6 tot 15 jaar) die woonden in dit instituut was er niet één wees; het had eerder de functie van wat we nu de kinderbescherming zouden noemen. Het gebouw moest geen monumentale uitstraling hebben en huiselijk aandoen; kinderen leefde in groepen van 8 tot 15 samen. De paviljoens hebben twee verdiepingen met een middengang naar een entree in het midden van het blok. Er waren meer dan 60(!) begeleiders die allen hun eigen therapie- en verzorgingskamers hadden op het terrein. Het streven was de kinderen in maximaal drie jaar weer terug te plaatsen in de maatschappij.

Stedenbouwkundige context: Op het terrein verrezen zeven paviljoens in stroken met kleine eigen keukens en een dienstengebouw ofwel hoofdgebouw, met een centrale hoofdingang aan de Mozartlaan. Aan de overzijde van de Mozartlaan staan vooral luxe bungalows.

Ontsluiting: De centrale hoofdingang is aan de Mozartlaan. De paviljoens hebben twee verdiepingen met een middengang naar een entree in het midden van het blok.

Aantal kamers en woonoppervlakte: Het complex bevat circa 45 zit-slaapkamers voor één tot vier kinderen, met een gemiddelde van ca. 3,5 tot 14m2.  Daarnaast zijn er in de paviljoens aparte slaapkamers voor baby’s, zieken en de leiding.
Constructie: De constructie van de paviljoens bestaat uit beton tot en met de eerste verdiepingsvloer, daarboven metselwerk met een houten tweedeverdiepingsvloer. Als isolatiemateriaal is heraklith gebruikt. LvZ

___
referenties:
Rotterdam Bouwt 1955/56-10/11 p. 21; De Maasstad 1957/58-3 p. 66; Bouwkundig Weekblad 1959 p. 561

  • Type: Bijzonder: groepswoning
  • Jaar: 1954
  • Aantal: 110
  • Adres: Mozartlaan 150
  • Oppervlakte: 3m2 - 14m2
  • Architect: Vegter, J.
  • Cliënt: Gereformeerd Burgerweeshuis
  • Aannemer: Eesteren, NV Aannemingsmaatschappij J.P. van
  • Wijk: Molenlaankwartier
  • Project ID: 3.1954.5
  • Periode: Periode 3
  • Molenlaankwartier

  • Periode 3

    Bij het bombardement van Rotterdam in 1940 worden 24.000 huizen verwoest en raken ruim 80.000 mensen dakloos. Tijdens de oorlogsjaren staat de bouw vrijwel stil. Tijdens de Wederopbouw is de woningnood volksvijand nummer één. Om snel te kunnen bouwen wordt er gekozen voor industriële bouwmethoden. Op 8 november 1962 wordt de miljoenste naoorlogse woning in Nederland opgeleverd. Uitgangspunt bij de naoorlogse stedenbouw is de scheiding van de functies wonen, werken en recreëren. Door de open stedenbouw verbeteren de bezonning en lichttoetreding van de woningen. Er is veel openbaar groen en een voorkeur voor collectieve groenvoorzieningen. Onder leiding van de gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting wordt een ring van uitbreidingswijken rond het centrum gerealiseerd. Het centrum is vooral bestemd voor kantoren, winkels en recreatieve voorzieningen. De woningbouw wordt eind jaren zestig steeds grootschaliger met vooral vierhoog etagewoningen en galerijflats.
01 / 02
01 / 04