Bouwgeschiedenis: Op 8 april 1852 besloot de Rotterdamse gemeenteraad om naast het Eerste Nieuwe Werk een Tweede aan te leggen en dat vervolgens als haventerrein te gaan exploiteren. De gemeente stelde eisen aan de bebouwing; langs de Maas mochten alleen woonhuizen worden gebouwd. In 1861 werd de grond gekocht door drie handelaren en een N.V. opgericht voor de bouw van de woningen. P. Vermaas kreeg de opdracht voor het ontwerp. Samen met zijn broer hadden zij een scheepstimmerfabriek. In de bouwvergunning van 1862 stond nadrukkelijk dat de begane grond en kelder geen pakhuizen mochten zijn.
Stedenbouwkundige context en plattegrond: De huizen zijn ruime varianten van het breed-smalle-beuk-type. De tuinkamer diende als eet- en zitkamer; ontvangsten konden op de eerste verdieping worden gehouden. Op zolder waren kamers voor de dienstbodes, altijd meisjes Vanaf de begane grond heeft men nog steeds een indrukwekkend uitzicht over het Scheepvaartkwartier en de Maas. De trap werd met een bovenlicht verlicht. Er was geen badkamer maar wel een geventileerd (!) privaat op elke kamer. De loggia’s zijn later dichtgezet.
Bouwstijl: Het complex is een goed voorbeeld van de rondbogenstijl; 11e en 15e eeuwse motieven uit Venetië en Milaan die in de 19e eeuw zijn samengevoegd. Hier ook in de achtergevel toegepast. Onder invloed van ingenieur Rose werd tussen 1849 en 1858 bij de Mij. ter Bevordering van Bouwkunst een Duitse stijl gepropageerd.
Aantal kamers en oppervlakte: 12 kamers, ca. 319 m2.
Constructie: De kolommetjes in de ramen zijn van gietijzer en de raamomlijstingen zijn in cementpleister geboetseerd. NLP
___
referenties:
N. Luning Prak – Het Nederlandse woonhuis van 1800 tot 1940,
Delftse Universitaire Pers, 1991 p. 56; Renovatie en Onderhoud 1993-10
rijksmonumenten Javastraat 2-14: 32773 en 32774 en 32775 en 32776 en 32777 en 32778 en 32779