Bouwgeschiedenis: In opdracht van de Maatschappij voor Volkswoningen hebben de gemeentearchitecten Patijn en Mulder een plan gemaakt voor flexibele woningbouw in het eerste deelplan van het Drinkwaterleiding (DWL) Terrein. De flexibiliteit had als doel om in een efficiënt bouwsysteem ruimte te bieden voor verschillende woningplattegronden en -groottes, waaronder ook mogelijkheden voor woongroepen van diverse omvang. De flexibiliteit werd bereikt door sparingen in de dragende bouwmuren waardoor samenvoegingen mogelijk zijn. Verder zijn de natte ruimtes geconcentreerd in de kern, waardoor de oriëntatie van woonkamer en keuken eenvoudig kan worden verwisseld. Bij de opbouw en differentiatie van dit buurtje is van deze mogelijkheden ruim gebruik gemaakt. Met tekeningen in een brochure werd aan de bewoners uitgelegd hoe het flexibele systeem werkt. Dit complex is een van de eerste grote woningbouwprojecten van het DWL-terrein, waar in totaal circa 2800 woningen zijn ontwikkeld. Honingerdijk I bevat 194 woningwetwoningen en 49 gemeenschappelijke woningen. Het DWL-terrein is ontwikkeld als overloopgebied voor de stadsvernieuwingswijken en daarom werd hetzelfde huurindicatiesysteem toegepast waarin werd uitgegaan van stadsverwarming en een bijdrage aan het ‘dubbelglasfonds’.
Stedenbouwkundige context: Het complex is gebouwd op een driehoekig terrein met de nodige beperkingen. Het lange gebouw (Honingerdijk II, ‘De Schicht’) beschermt tegen het verkeerslawaai van de Abram van Rijckevorselweg. Dwars door het gebied lopen twee transportbuizen van de waterleiding. Het hoogteverschil met het volkstuincomplex aan de oostzijde is ruim 5 meter. De hoofdwaterkering met tram en wandelpad is een barrière naar de rest van de wijk en vraagt een brede bouwvrije zone. Desondanks is er een eenvoudige verkaveling ontstaan met een pleintje in het begin van de buurt, lange straten en rustige binnenterreinen. Een voetgangersroute gaat onder de blokken door en levert een oostwestverbinding. Over de dijk gaat een voetpad naar het wijkcentrum. Bijna alle bergingen zijn in de portieken opgenomen. In drie blokken liggen poorten in elkaars verlengde.
Woningtypologie, ontsluiting: Vanwege het flexibele bouwsysteem met de natte ruimtes in het midden van de blokken, kan de oriëntatie eenvoudig worden gespiegeld. Keuken en woonkamer kunnen dus worden verwisseld afhankelijk van de zon. Blok 5 is het enige blok waarin een galerij is opgenomen op de derde verdieping. Deze is de ontsluiting van de vijfkamermaisonnettes in de bovenste twee bouwlagen. Op de begane grond is een middengang waardoor er eenzijdig georiënteerde woningen zijn gecreëerd: tweekamerwoningen en vijfkamerwoningen met ook ruimtes op de eerste verdieping. De overige beuken op de eerste en tweede verdieping zijn gevuld met driekamer- en vierkamerappartementen die ontsloten worden via de portieken. Blok 5 is gebouwd in het talud naar de volkstuinen. Daarom is gekozen voor de stapeling van twee maisonnettes, de begane grond met een lager gelegen slaapverdieping en tuinen aan de oostzijde en een brede galerij boven de straat met toegangen voor de bovenwoningen. Alle bergingen liggen verdiept aan de straatzijde.
Constructie: Prefab betonconstructie met witte betonsteen in de gevels en grote houten puien waarvan de kleur per straat en binnenterrein verschilt. EP