Rotterdam Woont

Systematische
documentatie van
150 jaar Rotterdamse woningbouwprojecten

Belangrijk

Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de bezoeker een optimale gebruikerservaring te kunnen bieden. Lees er meer over in onze Privacyverklaring.

Hoe het werkt

Welkom

Hier is ruimte voor een welkomstbericht voor de (terugkerende) bezoeker van Rotterdam Woont en een korte introductie tot zowel het onderzoek, als de resultaten op deze website. Alsmede kort aandacht voor hoe de website ongeveer werkt.

  • A

    Atlas

    Hier vind je alle objecten uit de woontlas terug.
  • B

    Bibliotheek

    Op zoek naar essays en verhalen over onderwerpen uit de architectuur?
  • G

    Gids

    Thematische verzamelingen van objecten uit de atlas en essays uit de bibliotheek.
  • S

    Stichting

    Informatie over ons onderzoek en de doelstelling van de stichting.
Justus van Effenblok

Justus van Effenblok

Bouwgeschiedenis: Na de Eerste Wereldoorlog was er in Rotterdam een groot woningtekort. Dit was voor de gemeente, in de persoon van wethouder Heijkoop, reden om zelf de (volks-)woningbouw ter hand te nemen en daartoe de Gemeentelijke Woningdienst op te richten, onder leiding van A. Plate. Deze ging voortvarend aan het werk met onder andere architecten als stadsarchitect Oud en Michiel Brinkman. Naast traditionele vormen met (eigen) ingangen aan de straat werden experimenten met portiek-etagewoningen (Oud) en galerijontsluiting (Brinkman) opgezet.

Stedenbouwkundige context: Om in de grote behoefte aan bouwgrond te voorzien ontwikkelde de gemeente een bebouwingsplan voor de Spangense polder; de grond dichterbij het centrum was al volledig uitgegeven aan particuliere bouwers. Bij de Justus van Effenstraat koos Brinkman ervoor niet de twee lange smalle bouwblokken te maken die in het stedenbouwkundig plan van A.C. Burgdorffer waren voorzien, maar deze tot een groot bouwblok te combineren met ontsluiting van binnenuit.

Ontsluiting: De beganegrondwoningen hebben een eigen ingang aan de binnenhof. Deze zijn twee traveeën breed. De woningen op de 1e verdieping eveneens; vanaf een eigen entree op de begane grond bereik je de woning via een eigen trap. Beide hebben een tuintje. De woningen daarboven zijn elk één travee breed, maar twee etages hoog met een eigen binnentrap (maisonnettes), ontsloten via een brede galerij of bovenstraat (2.20-3.30 m breed!) die bereikbaar is via tien trappenhuizen, ook vanaf de omringende straten, en twee ruime dienstliften waarmee ook de bakker en de melkboer met hun handkar naar boven konden.

Voorzieningen: Elke woning kreeg een vuilstortkoker in de keuken. In het midden van het complex is een gebouw met voorzieningen opgenomen, met daarin onder andere een badhuis en was- en droogruimten. Ook zit hierin het ketelhuis van de centrale verwarming, het eerste voorbeeld daarvan in de volkswoningbouw. In de binnenhof bevinden zich ook nog enkele gemeenschappelijke zitplekken.

Aantal kamers: Het aantal kamers per woning bedroeg 4.

Woonoppervlakte: Het woonoppervlak van beide typen is ongeveer 55 m2.

Constructie: De constructie van de huizen is traditioneel: dragende gemetselde bouwmuren met houten vloeren en gevels die alleen zichzelf dragen. De galerij was van ter plaatse  gestort gewapend beton. FH

___
Referenties:
M. Dicke, E. Smulders – Het Justuskwartier. Monument van de volkshuisvesting 1922-2012, Rotterdam 2012
rijksmonument: 46868

  • Type: Meergezins: galerijwoning
  • Jaar: 1922
  • Aantal: 273
  • Adres: Justus van Effenstraat
  • Oppervlakte: 55m2
  • Architect: Brinkman, M.
  • Cliënt: Gemeentelijke Woningdienst
  • Aannemer: Bikker, A.
  • Wijk: Spangen
  • Project ID: 2.1922.1
  • Periode: Periode 2
  • Spangen

    Spangen is een Rotterdamse stadswijk met forse bouwblokken in een monumentaal stratenpatroon. De wijk werd ontwikkeld en gebouwd vanaf 1913. Op dit moment woont er een in cultureel en sociaal opzicht gevarieerde bevolking. Na verpaupering in de jaren tachtig en negentig zit de wijk in de lift na een aantal succesvolle sociale en fysieke ingrepen de afgelopen jaren.

    Lees meer over de wijk Spangen

  • Periode 2

    Onder druk van de arbeidersbeweging en het opkomend socialisme wordt in 1901 de Woningwet aangenomen. Hierdoor worden een w.c., drinkwater, riolering, een rookkanaal voor de kachel en ventilatie verplicht. Het duurt nog jaren voor deze wet effect heeft; in Rotterdam worden tot ver in de jaren dertig nog woningen met alkoven (inpandige kamers) gedoogd. De overheid stelt niet alleen regels voor de woningbouw, maar neemt ook zelf initiatieven. In 1916 wordt de Gemeentelijke Woningdienst opgericht met o.a. J.J.P. Oud als architect. De architecten en stedenbouwkundigen van het Nieuwe Bouwen richten hun aandacht vooral op de functionele plattegronden en goedkope woningbouw. Ze experimenteren met moderne materialen als beton, staal en glas en nieuwe concepten als hoogbouw en strokenbouw. Verlichte ondernemers laten tuindorpen bouwen zoals Heijplaat en Vreewijk. Stadsbouwmeester Witteveen heeft een voorkeur voor monumentale stedenbouw met gesloten bouwblokken.
01 / 01
01 / 06