Bouwgeschiedenis: Architect J.C. Van Wijk ontwierp dit complex herenhuizen in neorenaissancestijl. De aan een halfrond plein gelegen woningen waren vooral bedoeld voor gegoede ‘scheepvaartmensen’, zoals reders, bankiers, assuradeuren en kooplieden. Elk herenhuis kreeg een eigen gezicht door middel van een karakteristieke ingang, erker of balkon, en door specifieke kroonlijsten en ornamenten.
Stedenbouwkundige context: De bouw van het complex was een vervolg op het Nieuwe Werk, de eerste planmatige stadsuitbreiding van Rotterdam in de negentiende eeuw onder leiding van directeur W.N. Rose van Gemeentewerken. De aanleg van het Nieuwe Werk betekende de ontsluiting van een nieuw woongebied voor gefortuneerde Rotterdammers, waarbij voor het eerst gedetailleerde gemeentelijke bouwvoorschriften golden. Lange tijd lag het gebied ten zuiden van de Westzeedijk op gelijk niveau met het dijklichaam. De watersnoodramp van 1953 vormde de aanleiding voor de Deltawet uit 1957, die aanpassing van hoofdwaterkeringen voorschreef. In 1968 werd de Westzeedijk daarom verbreed en verhoogd en sindsdien staat de bebouwing ten zuiden van de dijk aan een parallel lopende en lager gelegen weg.
Aantal kamers/woonoppervlakte: De herenhuizen bevatten niet alleen kamers voor de hoofdbewoner en zijn gezin, maar ook dienst- en slaapruimten voor het bedienend personeel. De woonoppervlakte varieert per pand en is meestal boven de 500m2(!).
Constructie: Geheel traditioneel in baksteen en hout.
Restauratie/renovatie: Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de panden steeds vaker in gebruik als kantoor met soms desastreuze gevolgen voor de prachtige originele details. Momenteel zijn alle panden aan de Westzeedijk als bedrijfsruimte in gebruik, aan het Koningin Emmaplein is de verhouding woning/bedrijfsruimte half om half. Het gehele complex is in 1991 aangemerkt als Rijksmonument en beschermd stadsgezicht. LH
___
referenties:
H. Baaij, J. Oudenaarden – Monumenten uit Rotterdam, 1992
rijksmonument: 513898