Bouwgeschiedenis: Nieuw Crooswijk is na de Eerste Wereldoorlog door de gemeente ontwikkeld als een chique woonwijk voor ambtenaren en middenstanders, in tegenstelling tot Oud Crooswijk waar arbeiders woonden. Daarnaast vonden in de wijk experimenten met sociale woningbouw plaats om een oplossing te bieden aan actuele woningbouwvraagstukken. De diversiteit aan woningtypen was groot zodat een mens er zijn hele leven kon wonen en zelfs kon worden begraven. De woningen waren tot eind jaren tachtig eigendom van de Gemeentelijke Woningstichting. Deze fuseerde in het kader van de nationale liberalisering met de afdeling ‘Rentegevende Eigendommen’ van Stadsontwikkeling tot het Gemeentelijk Woningbedrijf Rotterdam. Halverwege de jaren negentig zijn de meeste woningen op hoog niveau gerenoveerd. Als eigenaar kon de Gemeente samen met ontwikkelaar Proper Stok een plan ontwikkelen om nabij de binnenstad van Rotterdam een nieuwe wijk te ontwikkelen voor middelbare en hogere inkomens. In de kleurrijke publiciteitscampagnes staat op de eerste pagina ‘Alle voorzieningen binnen 10 minuten bereikbaar’. Om de plannen te realiseren moesten 1800 bestaande woningen worden gesloopt. Ondanks veel verzet van de huidige bewoners, die er soms al drie generaties woonden, is de sloop doorgezet.
Stedenbouwkundige context: Het gebied is aantrekkelijk gelegen, inderdaad betrekkelijk dichtbij de binnenstad maar vooral dichtbij uitvalswegen en het recreatiegebied het Kralingse Bos. De noordoostrand, langs de Boezemweg, biedt plaats aan woongebouwen met zeven tot tien verdiepingen; erachter komen vooral eengezinswoningen. Er zijn voorzieningen in de nabije omgeving, zoals een brede school en winkels.
APPARTEMENTEN
Bouwgeschiedenis: De eerste blokken aan de Boezemlaan hebben L-vormige appartementen aan beide zijden van een centrale portiek. Deze vijf appartementengebouwen zijn door verschillende architectenbureaus ontworpen op basis van vrijwel dezelfde plattegronden. Ze verschillen van gevelontwerp door kleur en vorm. De woningen op de begane grond zijn maisonnettes met op de entreeverdieping een riante woonkeuken met een berging en een toilet; op de eerste etage nog een tweede woonvertrek, slaapkamers en sanitair. De appartementen op de verdiepingen hebben een karakteristieke plattegrond met een ruime entree die zich aan weerszijden via dubbele schuifdeuren opent naar twee identieke woonvertrekken waarvan een tevens keuken is.
Voorzieningen: Parkeerplaatsen bevinden zich achter en half onder de bebouwing op (verlaagd) begane-grondniveau. Op het dak zijn (privé)tuinen.
Woonoppervlakte: De meeste zijn vierkamerappartementen van ca. 120 m2.
Constructie: Betonnen constructie met een buitenspouwblad van metselwerk met vrolijke, eigentijdse ornamenten.
EENGEZINSWONINGEN
Bouwgeschiedenis: De eengezinswoningen hebben drie of vier bouwlagen en zijn door verschillende architectenbureaus ontworpen op basis van vrijwel dezelfde plattegronden. Ze verschillen van gevelontwerp door kleur en vorm. De iets verhoogde begane grond heeft twee ingangen; één via een trapje vanaf de straat en een andere vanuit de parkeergarage. Deze laatste gevel is verder blind. Verder zijn daar woonkeuken, berging en toilet. De eerste verdieping is de woonkamer, met een terras aan de binnentuin. Daarboven één of meer slaaplagen met inpandig sanitair.
Voorzieningen: Parkeerplaatsen bevinden zich achter de bebouwing op (verlaagd) begane-grondniveau. Op het dak boven de parkeerplaatsen is een afgesloten binnentuin.
Woonoppervlakte, aantal kamers: De woningen van drie lagen hebben vier kamers en meten 132 m2, die van vier lagen hebben zeven kamers en meten 181 m2.
Constructie: Betonnen constructie met een buitenspouwblad van metselwerk met vrolijke, eigentijdse ornamenten. LvZ