Stedenbouwkundige context: Het markante, licht geknikte L-vormige gebouw heeft een hoogbouwdeel langs de Binnenweg met zes lagen en een langgerekte gevel met vier lagen, die aansluit op de bebouwingshoogte van de Mathenesserlaan. De winkelpui in de onderbouw volgt de rooilijn aan de Binnenweg, waardoor het verschil in functie tussen de onder- en bovenbouw wordt benadrukt.
Ontsluiting: Beide volumes hebben twee woningen per laag en worden ontsloten door een portiektrap. Het wigvormige portiek aan de Binnenweg vangt de knik in de gevel op, waardoor op de verdiepingen rechte plattegronden ontstaan. Met wonen aan de straatzijde, woningontsluiting en slapen aan de achterzijde ontstaan ruime middenstandswoningen van 11 tot 14 meter breed. Een derde ingang is bestemd voor expeditie.
Bouwgeschiedenis: Het oorspronkelijke idee van de opdrachtgever om ter vervanging van twee herenhuizen zes traditionele woonhuizen op een onderbouw met een restauranDe begane grond heeft een gewapend betonskelet; daarboven bevindt zich een staalconstructie met kolommenstructuur. De kolommen zijn iets teruggeplaatst ten opzichte van de gevel, waardoor grote glasoppervlakken mogelijk zijn. De vloeren zijn van hout. De ‘plint’ is van zwarte natuursteen; de bovenbouw is uitgevoerd in gele Limburgse strengperssteen.t te realiseren, bleek niet uitvoerbaar. De ontsluiting met een deur aan de straat voor elke woning was niet te combineren met de gewenste doorlopende ruimte op de begane grond. De oplossing werd een flatgebouw met twee trappenhuizen.
Stedenbouwkundige context: Het markante, licht geknikte L-vormige gebouw bestaat uit een hoogbouwgedeelte langs de Binnenweg met zes lagen en een langgerekte gevel met vier lagen die aansluit op de bebouwingshoogte van de Mathenesserlaan. De winkelpui in de onderbouw volgt de rooilijn aan de Binnenweg, wat het verschil in functie tussen de onder- en bovenbouw benadrukt.
Ontsluiting: Beide volumes hebben twee woningen per laag en worden ontsloten door een portiektrap. Het wigvormige portiek aan de Binnenweg vangt de knik in de gevel op, waardoor op de verdiepingen rechte plattegronden ontstaan. Met wonen aan de straat, de woningontsluiting en slapen achter, ontstaan ruime middenstandswoningen van 11 tot 14 meter breed. Een derde ingang is bestemd voor expeditie.
Voorzieningen: Aan de Nieuwe Binnenweg bevinden zich een boodschappen- en personenlift en een dakterras. De onderbouw, oorspronkelijk bestemd als café-restaurant, is later een autoshowroom en meubelmagazijn geworden. Aan de Mathenesserlaan bevindt zich een transformatorhuisje.
Aantal kamers: Drie slaapkamers en een woonkamer die opgedeeld kan worden in een eet- en een huiskamer.
Woonoppervlakte: van 110 m2 tot 125 m2; verdiepingshoogte van 3,20 meter.
Constructie: De begane grond heeft een gewapend betonskelet; daarboven bevindt zich een staalconstructie met kolommenstructuur. De kolommen zijn iets teruggeplaatst ten opzichte van de gevel, waardoor grote glasoppervlakken mogelijk zijn. De vloeren zijn van hout. De ‘plint’ is van zwarte natuursteen; de bovenbouw is uitgevoerd in gele Limburgse strengperssteen.
Renovatie: In 1997 is het gebouw door Putter Partners Architecten gerenoveerd. Een aantal woningplattegronden is nog intact. Sinds 2000 is het pand een rijksmonument. SH
___
Referenties:
W. Vanstiphout – Maak een stad: Rotterdam en de architectuur van J.H. van den Broek
http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) rijksmonument 513942
Jean-Paul Baeten – Een telefooncel op de Lijnbaan, NAI 1995 p.45-47
P. Groenendijk en P. Vollaard – Architectuurgids Rotterdam, p.38 en p.41
Bouwkundig Weekblad 1933 p. 391
R. Stroink – Ir.J.H. van den Broek, 1981
Architectuur Rotterdam 1890-1945, 1991