Renovatie: Het is vooral de geïsoleerde ligging van het complex geweest die er de eerste tien jaar voor heeft gezorgd dat er geen sociale betrokkenheid van bewoners bij complex en omgeving is ontstaan. Er was ook geen sprake van bewonersinspraak in de ontwerpfase, omdat er nog geen bewoners waren. Na oplevering werden bewoners, veelal van buitenlandse afkomst en met een kleine beurs, in het blok geplaatst. Velen konden er, onder meer vanwege de grootschaligheid, niet aarden. Het Gemeentelijk Woningbedrijf Rotterdam heeft eind jaren tachtig het gebouw overgedaan aan marktpartij STZ. In 1992 is er met het aanstellen van een derde marktpartij en woningbouwer SVW een plan van aanpak gemaakt, waarbij de Peperklip door STZ is gerenoveerd in samenwerking met drie woningbouwcorporaties die de kosten voor hun rekening zouden nemen.
Het renovatieplan hield in dat:
– het aantal stalen tuinbergingen werd gehalveerd en vervangen door hout en de oppervlakte werd verkleind van 6 naar 3,5 m2;
– bergingen in de koppen werden vervangen door bedrijfsruimte;
– drie van de acht poorten naar de binnenplaats zijn dichtgezet met bergingen en vijf zijn verhoogd en met een glazen pui dichtgezet;
– afwerkingen van trappenhuizen en hang- en sluitwerk is verbeterd;
– complex werd geschilderd en ontsmet (duiven);
– huren HAT-eenheden werden bijgesteld t.o.v. de kwaliteit voor een betere prijskwaliteitsverhouding;
– tien MIVA-woningen op de begane grond werden bergingen en bedrijfsruimtes.
Op sociaal gebied is:
– het toewijzingsbeleid i.s.m. de corporaties en gemeente vastgesteld (waaronder het niet verplicht plaatsen van urgenten en het verhuren van een vijfkamermaisonnette aan een tweepersoonshuishouden);
– er een kantoortje voor een huismeester ingericht;
– zijn in het huurcontact bepalingen opgenomen over schotelantennes, dichtzetten van loggia’s, het uitlaten van honden, plaatsen van tuinhekken, lawaai en vandalisme. LvZ
___
referenties:
Renovatie & Onderhoud 1995-12; M. Wallinga – Een tweede jeugd voor de Peperklip, 1995