Bouwgeschiedenis: Het uitbreidingsplan van A. Burgdorffer uit 1917 is het eerste stedenbouwkundig plan waarin een centrale openbare ruimte op de huidige locatie van het Zuidplein is opgenomen. Het is later door W.G. Witteveen verder uitgewerkt. Na de Tweede Wereldoorlog ligt de prioriteit op het bouwen van woningen. Het complex van Van den Broek en Bakema reageert op de verschillende programma’s en plannen met een ensemble, dat een overgang vormt van de vooroorlogse bebouwing van de wijk Carnisse naar de later te ontwikkelende bebouwing van ‘Centrum Zuid’.
Stedenbouwkundige context: Het complex bestaat uit de zes in rij liggende dokterswoningen aan de Goereesestraat en een L-vormig gebouw op de hoek Pleinweg-Zuidplein. Naast woningen zijn op de begane grond artsenpraktijken, winkels en een café-restaurant opgenomen. De hoogte van de gebouwen loopt langzaam op: praktijkwoningen van drie lagen, portiekwoningen aan de Pleinweg van vier lagen, galerijwoningen van vijf lagen aan het Zuidplein en het trappenhuis met lift van zes lagen. De praktijkwoningen liggen teruggeplaatst ten opzichte van de straat. Om een grotere relatie met de Pleinweg en de Goereesestraat te creëren zijn de erkers van de bovenste twee verdiepingen schuin buiten het gevelvlak geplaatst.
Ontsluiting: De dokterswoningen worden via de Goereesestraat ontsloten. Hier bevinden zich ook de toegangen tot de praktijkruimtes en garages. De huizen hebben een interne trap.
Voorzieningen: Op de begane grond bevinden zich praktijken met spreek- en wachtkamer(s) en een garage. De huizen zijn ontworpen voor dubbele bewoning, maar zijn ook geschikt voor één gezin en hebben een keuken, badkamer, apart toilet, een loggia en/of tuin. Alle zes huizen hebben een kelderverdieping.
Aantal kamers: Door flexibele plattegronden zijn er per woonverdieping woningen met twee, drie of vier kamers.
Woonoppervlakte: De oppervlakte varieert tussen 86 en 90 m² bij dubbele bewoning en ligt bij 171 m² als het hele huis als woonruimte wordt gebruikt.
Constructie / bouwsysteem / materiaalgebruik: De dokterswoningen zijn gebouwd van dragende baksteenmuren met daarop stenen vloeren. De gevels zijn van grijsrode baksteen, grijs beton en witgeschilderde kozijnen.
Renovatie: Kleine veranderingen, zoals doorbraken, samenvoegingen en gedeeltelijke veranderingen aan de voorgevel. De garages worden nu meestal als kantoor-, winkel- of woonruimte gebruikt. JG
___
referenties:
Bouw 1957 p. 570; Goed Wonen 195? p.187