Bouwgeschiedenis / stedenbouwkundige context: Sinds er omstreeks 1680 in de Hillegersbergse polder op grote schaal aan veen- en turfwinning werd gedaan zijn rond 1750 daaruit ook de Bergse plassen gevormd: de Achterplas en de Voorplas. In de Achterplas zijn daarbij elf eilanden ontstaan. Langs de randen zoals de Straatweg kwamen locaties beschikbaar waar vermogende Rotterdammers hun buitenverblijf, landhuis of villa konden bouwen. Sinds de jaren twintig zijn op de eilanden door gewone stadsbewoners, die de stad wilden ontvluchten, kleine zomerhuisjes gebouwd. De grond werd gepacht van een particuliere eigenaar. De toenmalige gemeente Hillegersberg stelde regels op om deze particuliere ontwikkeling te controleren. In 1926 werd mede daarom door de aanwezige plasbewoners een vereniging opgericht. Beheer, onderhoud, veiligheid, hygiëne en gezelligheid waren daarbij uitgangspunten. In 1945 kwam er een bestemmingsplan en ging het grondeigendom grotendeels naar de Gemeente en het waterbeheer naar het Hoogheemraadschap Schieland. Dit heeft in 2005 de bodem van de plas, die vervuild was door riooloverstort in de decennia ervoor, gesaneerd. De vereniging heeft op eigen kosten de recreatiewoningen van water en elektra voorzien en op grond van Europese verplichtingen zijn alle septictanks door Gemeentewerken vervangen door een rioolstelsel. Tegenwoordig zijn er 196 ‘plashuisjes’ die bewoond worden van circa april tot oktober.
Ontsluiting: De bereikbaarheid is uitsluitend via het water, merendeels vanaf de Molenwerf.
Plattegrond: De eisen aan de te bouwen huisjes waren/zijn streng, zoals een maximaal oppervlak van oorspronkelijk 25 m2 en een hoogte van maximaal 3 meter. In de jaren tachtig zijn de oppervlaktenormen verruimd tot maximaal 40 m2, waarna deze woning toen ook zichtbaar is uitgebreid. Aanvankelijk was er een woonkeuken met een kinderkamertje en een wc in de tuin. Later werd de slaapkamer toegevoegd en in 2000 kwam er een inpandige wc/douche. De omliggende tuin is vaak een klein paradijs met groente- en fruitteelt, duiven, kippen etc. en uiteraard mogelijkheden om te varen, vissen en zwemmen.
Constructie: Het hier gedocumenteerde huisje is destijds opgericht en zelf gebouwd door de toenmalige eigenaar, volgens de overlevering uitsluitend met gebruikte onderdelen in houtskelet, plaatmateriaal, tegels etc. De gevels bestaan uit rabatdelen met koolteer, houten kozijnen en deuren, stalen ramen. De flauw hellende daken zijn bekleed met bitumen. AvW
___
referenties:
Eilanden in Rotterdam, over de Bergse plassen; jubileumuitgave 1926/2001, Watersportvereniging ‘Ons Buiten’.