De bouwvergunning werd 30 april 1901 verleend aan J. van der Hoog, timmerman, wonende Saftlevenstraat 25. Weer een variant op de pogingen de ongelijke grootte van onder- en bovenwoning op te lossen. Het onderhuis heeft een ‘tuinkamer’ en een keuken op de onderstre bouwlaag, en drie kamers daarboven, waarvan de vorm door de trappen van de bovenwoningen ongunstig beinvleod is. Tevens is er een slaapkamer zonder licht of lucht. Weliswaar bepaalde de bouwverordening van 1895 in artikel 39: ‘iedere kamer moet onmiddelijk licht en lucht van buiten ontvangen’, maar ook, iets verderop in hetzelfde artikel: ‘Burgemeester en Wethouders kunnen hierop een uitzondering toestaan’. Die uitzonderingen zijn al zózeer regel geworden, dat ze in de vergunning als gedrukte passage voorkomen.
De twee bovenhuizen, elk 4,28 meter breed, zijn eenvoudig en logisch van indeling. De keukens krijgen een minimale hoeveelheid licht en lucht via een luchtschacht doorlopend tot in het dak. Evenals in de Ochtenveldstraat is het omvangrijke bouwprogramma gerealiseerd binnen één rechthoekige omtrek. Het lijkt ook hier waarschijnlijk dat dit het gevolg is van het heiwerk; uitbouwen kosten extra palen. uit Luning Prak
___
referenties:
uit advertentie Rotterdamsch Nieuwsblad 6-8-1901:
TE KOOP: uitmuntend voor zelfbewoning: Solied HUIS met flinken Tuin. Bovenhuis laag verhuurd voor ƒ350. Benedenhuis van dezelfde huurwaarde, vrij van huur 1 Nov. a.s. Koopsom ƒ10.300. Adres: Saftlevenstraat 35.
http://kranten.kb.nl/view/article/id/ddd%3A010179047%3Ampeg21%3Ap004%3Aa0048