Rotterdam Woont

Systematische
documentatie van
150 jaar Rotterdamse woningbouwprojecten

Belangrijk

Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de bezoeker een optimale gebruikerservaring te kunnen bieden. Lees er meer over in onze Privacyverklaring.

Hoe het werkt

Welkom

Hier is ruimte voor een welkomstbericht voor de (terugkerende) bezoeker van Rotterdam Woont en een korte introductie tot zowel het onderzoek, als de resultaten op deze website. Alsmede kort aandacht voor hoe de website ongeveer werkt.

  • A

    Atlas

    Hier vind je alle objecten uit de woontlas terug.
  • B

    Bibliotheek

    Op zoek naar essays en verhalen over onderwerpen uit de architectuur?
  • G

    Gids

    Thematische verzamelingen van objecten uit de atlas en essays uit de bibliotheek.
  • S

    Stichting

    Informatie over ons onderzoek en de doelstelling van de stichting.
Sint-Jacobstraat

Sint-Jacobstraat

TOREN 

Bouwgeschiedenis: Midden jaren zeventig besloot het gemeentebestuur dat in de binnenstad meer woningbouw moest komen om monofunctionaliteit te voorkomen en het centrum aantrekkelijker te maken. Met het plan Waterverband introduceerde architect Hoogstad een wandelroute door het centrum vanaf het Pompenburg langs de Delftsevaart naar de Leuvehaven en de Maas. Langs deze noordzuidroute zouden naast nieuwe publieke functies ook woningbouwprojecten komen. Jan Hoogstad ontwierp zelf de woningen aan de Delftsevaart, architect Nico Zwarts ontwierp de woontoren en het bijbehorende bouwblok, met een twee verdiepingen tellende parkeergarage en daarboven eengezinswoningen. De hoogbouw telde achttien verdiepingen, waarvan de onderste twee lagen de entreehal en bergingen bevatten. Daarboven waren zestien verdiepingen met appartementen met verschillende oppervlaktes en plattegronden. In 2004 is de toren gerenoveerd en opgetopt.

Stedenbouwkundige context: Het complex lag ten tijde van het ontwerp nog aan het inmiddels gesloopte luchtspoor. Zwarts reageerde op dit gegeven met het plaatsen van het trappenhuis van de woontoren aan de spoorzijde. Ook de woningen van de laagbouw kregen aan deze kant minder openingen om zo weinig mogelijk overlast te hebben.

Ontsluiting: De woontoren werd vanaf het Pompenburg en via het woondek van de laagbouw ontsloten. De appartementen waren rond het trappenhuis met twee liften gegroepeerd.

Voorzieningen: Alle appartementen beschikten over een balkon met betonnen en/of glazen afscheidingen voor meer privacy. De vorm van de balkons en het trappenhuis waren bedoeld om de toren een uniek gevelbeeld te geven naast het opvallende Shell-gebouw aan het Hofplein.

Aantal kamers: De 139 appartementen beschikten over een, twee of drie kamers.
Woonoppervlakte: De woonoppervlaktes lagen tussen 32 m² en 82 m².

Constructie / bouwsysteem / materiaalgebruik: De draagstructuur van het complex is van gewapend beton. De gevels waren, naast beton, van baksteen met houten kozijnen; voor deze materialen en voor de kleurstelling werd gekozen om een vriendelijke woonomgeving te realiseren.

LAAGBOUW

Bouwgeschiedenis:
 Naast de woontoren omvatte het plan een laagbouw: op een parkeergarage van twee verdiepingen bevinden zich twee- tot vierlaagse eengezinswoningen. In tegenstelling tot de hoogbouw zorgde de laagbouw vanaf het begin voor meer problemen. De woningen waren eigenlijk bedoeld als koopwoningen, maar omdat er in de jaren tachtig de koopmarkt was ingestort, werd het project omgezet in premiehuur. Dit resulteerde in diverse bezuinigingen, bijvoorbeeld in de afwerking van het woondek. Er was voor de woningen weinig belangstelling; ze werden uiteindelijk aan studenten verhuurd. Ook voorzag het eigenlijke ontwerp dat het woondek voor wandelaars openbaar zou zijn. Tenslotte werd het toch alleen door bewoners en hun bezoekers gebruikt. Vanaf 2000 zijn zowel de toren als de laagbouw gerenoveerd.

Ontsluiting: De onderste twee verdiepingen van de laagbouw worden door bewoners en bezoekers van het centrum gebruikt als parkeergarage. Het dak hiervan vormt het (gedeeltelijk overdekte) woondek dat de eengezinswoningen toegang geeft vanuit rustige woonstraten zonder verkeer. Dit dek was oorspronkelijk via zes trappen en een lift, alsmede vanuit de woontoren bereikbaar.

Voorzieningen: Alle eengezinswoningen hebben een groot dakterras. Op het entreeniveau bevinden zich de bergingen.

Aantal kamers: De 110 woningen beschikken over vier of vijf kamers.
Woonoppervlakte: De woonoppervlaktes variëren tussen 96 m² en 124 m².
Constructie / bouwsysteem / materiaalgebruik: De laagbouw is opgebouwd in een betonnen draagstructuur. Voor de gevels werden dezelfde materialen als voor de hoogbouw gebruikt: beton, baksteen, plaatmateriaal en houten kozijnen.
Renovatie: In 2000 werd het laagbouwcomplex gerenoveerd door Van der Zee Architecten. Hierbij werd de verbinding tussen woontoren en parkeergarage gesloopt, waardoor hoog- en laagbouw los van elkaar kwamen te staan. Verder werd de oude lift aan de zuidoostkant vervangen door een nieuw trappenhuis met lift en brievenbussen. Eenzelfde trappenhuis geeft nu toegang aan de noordwestkant en vervangt daardoor de entree vanuit de woontoren. De bewoners maken tegenwoordig gebruik van de buitenruimte voor tuinen en terrassen. JG

___
referenties:
Bouw 1983-11; Architectuur Rotterdam 1970-1995, 1995

  • Type: Meergezins: portiekwoning
  • Jaar: 1981
  • Aantal: 249
  • Adres: Sint-Jacobstraat 9-277
  • Oppervlakte: 32m2 - 82m2
  • Architect: Studio Acht (N. Zwarts)
  • Cliënt: Patrimonium Woningstichting (PWS)
  • Aannemer: Urbibouw Bredero
  • Wijk: Stadsdriehoek
  • Project ID: 4.1981.1
  • Periode: Periode 4
  • Stadsdriehoek

    Alle gebouwen in de driehoekige vorm van de stad uit de late middeleeuwen en het buitendijkse 'Waterstad' zijn met het bombardement van 1940 nagenoeg verwoest. Met de wederopbouw is de woonfunctie grotendeels uit de Stadsdriehoek verdreven. Na 1975 is weer op grote schaal woningbouw gepleegd.

    Lees meer over de wijk Stadsdriehoek

  • Periode 4

    Als reactie op de grootschaligheid en de ongezelligheid van de functionele stad propageert een nieuwe generatie architecten kleinschalige, gevarieerde architectuur. Bewoners protesteren tegen de aanleg van grote infrastructurele ingrepen en de sloop van oude wijken rond het centrum. Gesteund door het nieuwe college onder leiding van burgemeester Van der Louw en wethouder Van der Ploeg wordt vanaf 1974 de stadsvernieuwing krachtig ter hand genomen en gewerkt aan het weer gezellig maken van de binnenstad. Onder het motto "Bouwen voor de buurt" wordt met behoud van de bestaande verkaveling en een voorkeur voor renovatie sociale woningbouw met betaalbare huren gerealiseerd. Een nieuwe generatie architecten als Mecanoo en DKV geeft geïnspireerd op het Nieuwe Bouwen de stadsvernieuwingsarchitectuur nieuwe impulsen. Met de economische groei en een nieuw elan bij stadsbestuur en gemeentelijke diensten wordt het centrum in de jaren tachtig attractiever gemaakt.
01 / 03