Rotterdam Woont

Systematische
documentatie van
150 jaar Rotterdamse woningbouwprojecten

Belangrijk

Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies om de bezoeker een optimale gebruikerservaring te kunnen bieden. Lees er meer over in onze Privacyverklaring.

Hoe het werkt

Welkom

Hier is ruimte voor een welkomstbericht voor de (terugkerende) bezoeker van Rotterdam Woont en een korte introductie tot zowel het onderzoek, als de resultaten op deze website. Alsmede kort aandacht voor hoe de website ongeveer werkt.

  • A

    Atlas

    Hier vind je alle objecten uit de woontlas terug.
  • B

    Bibliotheek

    Op zoek naar essays en verhalen over onderwerpen uit de architectuur?
  • G

    Gids

    Thematische verzamelingen van objecten uit de atlas en essays uit de bibliotheek.
  • S

    Stichting

    Informatie over ons onderzoek en de doelstelling van de stichting.
Studentenhuis Maasboulevard

Studentenhuis Maasboulevard

Bouwgeschiedenis: Met de uitbreiding van de Hogeschool aan de oostzijde van Rotterdam groeide de behoefte aan studentekamers. De lange, smalle locatie (88×10 meter) parallel aan en enkel een tiental meters verwijderd van het Haringvliet kreeg de bestemming studentenhuisvesting. Voor studenten een uitermate geschikte locatie, nabij het centrum met voorzieningen en openbaar vervoer. In de plint is een rijwielstallingen en bedrijfsruimte opgenomen en op de bovenste twee lagen zijn eenheden voor ondermeer vrouwelijke economiestudenten, eventueel gastdocenten en een beheerderswoning opgenomen. Alvorens de bouw gereed was, waren alle kamers verhuurd met vaste inrichting; een garderobekast, een bed met matras en schrijftafel met stoel.

Stedenbouwkundige context: Het gebouw is opgedeeld in vijf moten met een eigen stijgpunt, vanwege de ondiepte van het kavel en om een lange corridorontsluiting te vermijden. Eén van de moten bevindt zich aan de oostzijde.

Ontsluiting: Het oostelijke trappenhuis, met vier grotere kamers per laag, is oorspronkelijk voorzien van een lift die tot de dakverdieping reikte. Bewoners van de bovenste lagen van andere stijgpunten bereikten hun woning via een dakgang. De overige stijgpunten hebben per eenheid achttien kamers verdeeld over twee verdiepingen. Op de vijfde verdieping waren twee eenheden van elf kamers en verblijven voor gastdocenten en/of -studenten aanwezig.

Voorzieningen: De gemeenteschappelijke ruimten zijn een ontbijt-lunchkamer, een keukentje, een wasgelegenheid met douches en een groot balkon aan het Haringvliet.

Woonoppervlakte: De kamers hebben een gemiddelde oppervlakte van 12 m2.

Constructie: Een betonnen kolomcontructie met een overspanning in de lengterichting van ca 5m en in de stijgpunten stabiliteitskernen. Voor de gevelbekleding is natuursteen toegepast in twee tinten grijs. De gevel is in 1986 gerenoveerd. LvZ

___
Referenties:
Bouw 1964 p. 1703

  • Type: Meergezins: corridorwoning
  • Jaar: 1959
  • Aantal: 184
  • Adres: Achterharingvliet 14-68
  • Oppervlakte: 12m2 - 19m2
  • Architect: Postel, J.
  • Cliënt: Stichting voor Studentenhuisvesting
  • Aannemer: Dura's Aannemingsmaatschappij NV
  • Wijk: Stadsdriehoek
  • Project ID: 3.1959.2
  • Periode: Periode 3
  • Stadsdriehoek

    Alle gebouwen in de driehoekige vorm van de stad uit de late middeleeuwen en het buitendijkse 'Waterstad' zijn met het bombardement van 1940 nagenoeg verwoest. Met de wederopbouw is de woonfunctie grotendeels uit de Stadsdriehoek verdreven. Na 1975 is weer op grote schaal woningbouw gepleegd.

    Lees meer over de wijk Stadsdriehoek

  • Periode 3

    Bij het bombardement van Rotterdam in 1940 worden 24.000 huizen verwoest en raken ruim 80.000 mensen dakloos. Tijdens de oorlogsjaren staat de bouw vrijwel stil. Tijdens de Wederopbouw is de woningnood volksvijand nummer één. Om snel te kunnen bouwen wordt er gekozen voor industriële bouwmethoden. Op 8 november 1962 wordt de miljoenste naoorlogse woning in Nederland opgeleverd. Uitgangspunt bij de naoorlogse stedenbouw is de scheiding van de functies wonen, werken en recreëren. Door de open stedenbouw verbeteren de bezonning en lichttoetreding van de woningen. Er is veel openbaar groen en een voorkeur voor collectieve groenvoorzieningen. Onder leiding van de gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting wordt een ring van uitbreidingswijken rond het centrum gerealiseerd. Het centrum is vooral bestemd voor kantoren, winkels en recreatieve voorzieningen. De woningbouw wordt eind jaren zestig steeds grootschaliger met vooral vierhoog etagewoningen en galerijflats.
01 / 01
01 / 03