Bouwgeschiedenis: Enige tijd na de realisatie van De Hofstee is ernaast een nieuw verpleeghuis gebouwd met een totaal ander concept: De Naber. De opzet was zo’n succes dat besloten is het bestaande verpleeghuis volgens het ‘Naber-concept’ geheel te verbouwen. Het uitgangspunt is hierbij dat iedere patiënt een eigen kamer heeft van ca 15 m2, gelegen binnen een ruime groepswoning voor acht personen, met een grote woon-eetkamer met open keuken en eigen sanitair voor de groep. De acht bewoners vormen als het ware een gezin en helpen indien mogelijk de verzorgende met het koken en andere klusjes.
Stedenbouwkundige context: Stedenbouwkundig is niets veranderd ten opzichte van de situatie in 1977 (zie De Hofstee).
Ontsluiting: Vijftien groepswoningen zijn ondergebracht in de bovenbouw. Er zijn drie woningen per etage, die hiertoe over ongeveer de helft van de lengte is uitgebouwd. Twee andere groepen zijn op de begane grond gesitueerd, waardoor ruimte vrijkwam voor het eten in de eigen woning. Elke woning heeft een interne ontsluiting via een eigen binnengang. Naast deze eigen binnengang zijn er ook gemeenschappelijke binnengangen, waaraan op elke etage ook een ruimte is gelegen die door iedereen gebruikt kan worden. Ook de huiskamers van de woongroepen zijn vanuit deze binnengang te zien en te betreden.
Voorzieningen: Behalve de twee woongroepen zijn in de onderbouw ook na de verbouwing recreatieruimten, kantoren en medisch-therapeutische voorzieningen opgenomen.
Woonoppervlakte: De eigen kamer is circa 15 m2 groot; de oppervlakte van een groepswoning voor acht personen is circa 300 m2.
Constructie: De gebouwen bestaan ook na de verbouwing uit een constructie van gewapend betonnen wanden, kolommen en vloeren; de gevels van de nieuwe uitbouw bestaan voornamelijk uit metselwerk in een roodachtige baksteen; het oude metselwerk is wit gesausd. FH