Bouwgeschiedenis: Door gebrek aan kadelengte besloot het gemeentebestuur in 1863 om de haven uit te breiden aan de zuidkant van de Maas. Ondernemer Lodewijk Pincoffs, oprichter van de Rotterdamsche Handelsvereeniging, kreeg vanaf 1872 de grond in bezit om deze te ontwikkelen met pakhuizen, havens en oeververbindingen. Het enorme pakhuis De Vijf Werelddelen, ontworpen door Th.J. Stieltjes, A.W. Mees en J.S.C. van der Wall, was een van de eerste gebouwen op Zuid en lang het grootste gebouw van Rotterdam. Vanaf 1828 was het wettelijk toegestaan om goederen, die niet direct voor Nederland waren bestemd, vrij van belasting op te slaan in vrije entrepots. Mede hierdoor is Rotterdam een overslaghaven geworden. Het gebouw is bijna 200 meter lang, 37 meter breed, 15 meter hoog en bevat vier bouwlagen op een kelder met kruipruimte. Het gebouw is door dikke brandmuren gescheiden in vijf ‘wereld’-delen. Eind achttiende eeuw was het een van de modernste gebouwen van Europa met hydraulische kranen en spoorlijnen door het gebouw. Tot 1990 heeft het gebouw als pakhuis gediend. Er zijn verschillende plannen ontwikkeld voor hergebruik, maar uiteindelijk is het plan van Cepezed uitgevoerd met horeca, een supermarkt en parkeerplaatsen op de begane grond en lofts aan weerzijden van een nieuw aangebrachte vide over de volle lengte van het gebouw.
Stedenbouwkundige context: Het gebouw was vroeger onderdeel van een door hoge muren afgesloten gebied. Na het verlies van zijn functie lag het centraal in de te ontwikkelen Kop van Zuid. Het omvormen tot wooncomplex met winkels gaf een positieve impuls aan de voormalige haven. De oorspronkelijke blinde muur om het gebouw is gesloopt en er is een mooie openbare ruimte gemaakt langs de kade met bars en restaurants.
Ontsluiting: De appartementen zijn te bereiken vanuit de centrale hal die ook naar de winkels leidt. Daarnaast zijn er per ‘wereld’deel glazen trappenhuizen met liftschacht aan de buitenzijde geplaatst.
Woonoppervlakte: Lofts variëren in grootte van 79 tot 209 m2.
Constructie: Gevels met kleine raampjes en brandmuren van metselwerk. De hoofdconstructie bestaat uit gietijzeren kolommen, die bij de renovatie in het zicht zijn gebleven. Daglicht valt binnen door het dak en een vide over de volle hoogte. De vrije lofts zijn met een standaard natte cel opgeleverd. Het gebouw is rijksmonument. LvZ
___
referenties:
Archis 1997-12; R. Daalder e.a. – Werkstad, 1985; P. Vollaard – Cepezed Architecten, 1993; Jaarboek 1995-1996; P. Vollaard, J. Hendriks – Het werk van Cepezed, 2006