Bouwgeschiedenis: De Tweede Wereldoorlog veroorzaakte een groot tekort aan woningen; veel was vernield en de bouw was stil komen te liggen. In afwachting van nieuwe bouwinitiatieven besloot de gemeente in 1941 tot het bouwen van complexen noodwoningen. Een van de laatste is de Wielewaal uit 1949. De meeste noodwoningcomplexen zijn inmiddels gesloopt, maar o.a. de Wielewaal bestaat nog, vooral als gevolg van de grote sociale cohesie van de bewoners.
Stedenbouwkundige context: Het langgerekte terrein is opgedeeld in vooral noord-zuid lopende straten waaraan de woningen liggen, dus met een oost-west oriëntatie voor optimale bezonning. De woningen hebben altijd een achtertuin, soms ook een kleine voortuin.
Typologie, programma van eisen: Het betreft uitsluitend grondgebonden woningen in één laag. De standaardwoning omvat drie kamers. Door soms een bredere beuk toe te passen of een extra standaardbeuk toe te voegen zijn er ook woningen met drie, vier of vijf slaapkamers. Ook zijn er enkele als dokterswoning uitgerust, met een zij-ingang, een wacht- en een spreekkamer.
Woonoppervlak: De oppervlakte van de woningen varieert van 60 tot 90 m2.
Constructie: De woningen zijn gefundeerd op staal, dus niet onderheid. De constructie is licht van gewicht, met dunne spouwmuren als gevels, een houten begane grondvloer op geprefabriceerde betonnen balkjes, een flauw zadeldak van lichte bimsbetonnen dakplaten met een steengaas plafond eronder. FH