Bouwgeschiedenis: Wonen in hoogbouw was in Nederland tot eind jaren tachtig niet populair. Het was vooral een oplossing voor de naoorlogse woningnood geweest, veelal in de vorm van galerijflats. De hernieuwde interesse voor hoogbouw kwam grotendeels door de behoefte aan kleinere woningen als gevolg van de gewijzigde gezinssamenstelling. Een- of tweepersoonshuishoudens, waarbij het gezinsverband juist ontbreekt, hebben eerder behoefte aan grootstedelijk wonen nabij het centrum. De kwaliteiten van hoog wonen, zoals uitzicht, comfort en rust werden begin jaren negentig (her)ontdekt. De oevers van de Nieuwe Maas vormden een uitstekende locatie voor hoogbouw. Aanvankelijk waren deze woningen bedoeld voor de premiekoopsector, maar tijdens de ontwikkeling is dit gewijzigd naar premiehuur. De woningen werden daarom kleiner.
Stedenbouwkundige context: Al in het basisplan van Van Traa in 1946 waren deze drie torens gepland, ondermeer om de openheid van de Coolsingel naar de Maas te garanderen. Tijdens het ontwerp werd als uitgangspunt genomen dat alle woningen uitzicht op de Maas moesten hebben, waardoor de woonlagen een verspringende vorm hebben gekregen en er voor balkonafscheidingen van glas is gekozen. De woningen aan de noordzijde hebben daarnaast uitzicht over het centrum. De bestaande twee lage kantoorgebouwtjes tussen de torens zijn uit financieel oogpunt gehandhaafd, waardoor de drie kantoorlagen op de begane grond niet geheel doorlopen. Deze uitgebouwde kantoorlagen zorgen tevens voor de geluidwering. Op de beganegrondlaag aan het Leuvehoofd zijn bergingen. De twee parkeergarages op de laag daaronder tellen 200 plaatsen.
Ontsluiting: De standaardverdieping verbreedt trapsgewijs naar het noorden toe, waardoor er tussen de twee appartementen aan de noordzijde ruimte is voor het stijgpunt.
Woonoppervlakte: Twee- en driekamerappartementen van 69 tot 89 m2.
Constructie: Skelet van gietbouw (tunnelbekisting) waarbij één bouwlaag in vier dagen werd gemaakt. Prefab betonnen gevel met onderhoudsarme buitenlaag door toepassing van gemalen marmer. Kunstof kozijnen. LvZ.
___
referenties:
de Architect 1988-2; Bouw 1992-20