Als reactie op de grootschaligheid en de ongezelligheid van de functionele stad propageert een nieuwe generatie architecten kleinschalige, gevarieerde architectuur. Bewoners protesteren tegen de aanleg van grote infrastructurele ingrepen en de sloop van oude wijken rond het centrum. Gesteund door het nieuwe college onder leiding van burgemeester Van der Louw en wethouder Van der Ploeg wordt vanaf 1974 de stadsvernieuwing krachtig ter hand genomen en gewerkt aan het weer gezellig maken van de binnenstad. Onder het motto “Bouwen voor de buurt” wordt met behoud van de bestaande verkaveling en een voorkeur voor renovatie sociale woningbouw met betaalbare huren gerealiseerd. Een nieuwe generatie architecten als Mecanoo en DKV geeft geïnspireerd op het Nieuwe Bouwen de stadsvernieuwingsarchitectuur nieuwe impulsen. Met de economische groei en een nieuw elan bij stadsbestuur en gemeentelijke diensten wordt het centrum in de jaren tachtig attractiever gemaakt.
