Bouwgeschiedenis: Het bouwblok omvat 51 panden, samengesteld uit verschillende kleinere bouweenheden. De meeste bouweenheden werden getekend, gebouwd en verkocht door eigenbouwer J. Lemmens. Op de begane grond bevinden zich veelal winkelwoningen en bedrijfsruimten; op de verdiepingen woningen, over het algemeen van het alkooftype. Dit was een zeer gebruikelijk woningtype met inpandige slaapplaatsen wat strijdig was met de intenties van de woningwet uit 1901. Een aantal panden in het blok bevatte ook voor- en achterwoningen. De panden zijn over het algemeen smal, diep en hoog (tot 5 bouwlagen op kelder). De architectuur ervan is ook sober, soberder dan die van de panden die in de periode daarvoor werden gebouwd in het Oude Noorden en op het Noordereiland. Minder ornamenten, minder geglazuurde stenen, minder siermetselwerk. Maar wel gerealiseerd met vakmanschap. Het aan de Maas gelegen blok vormt al ruim een eeuw een authentiek Rotterdams stadsbeeld met monumentale waarde. De woningen van ongeveer 50 m2 hebben een woonkamer en een (eet-)keuken met ertussen enkele alkoven
Stedenbouwkundige context: Met het graven van de Nassauhaven en Persoonshaven wordt het Zuidereiland in 1901 losgemaakt van de rest van Feijenoord. Op de punt van dit eiland wordt tussen 1900 en 1904 het eerste bouwblok gerealiseerd. Later zullen er nog enkele volgen, maar het grootste deel van het eiland wordt ingevuld met haven- en industriegebouwen.
Ontsluiting: De woningen worden bereikt met een trap per travee, met een deur aan de straat.
Woonoppervlakte: 42 m2.
Constructie: De woningen waren traditioneel gebouwd met bakstenen muren, pannen daken en houten vloeren. AvW